9.
"De zaal; van G.N.Boogaard, die reeds begon te ontstaan begin 1924,
is intusschen afgewikkeld,waarbij is gebleken,dat de Gemeente
voor te late betaling geen aanspraak kan maken op rentevergoeding
of bèete. De hypotheekacte schijnt hierin niet te hebben voorzien."
Spreker stelt nu de volgende motie voor:
De Raad der Gemeente Bergen op Zoom,op 12 Maart 1926 in openbare
"vergadering bijeen;
Gehoord de besprekingen in verband met de uitgebrachte rapporten
"over de gepleegde malversaties;
Overtuigd dat in de zaal; Erven Wed.Woudts,behandeld in Hoofd-
"stuk II-3-Rapport der Commissie ad hoe,niet regelmatig is gehan
deld;
van oordeel,dat het tekort van den ontvanger verhoogd worde met
"een bedrag van f.651, 44 aan renteverlies geleden;
"van oordeel, dat het Gemeen tebestuur werkzaam zal zijn om aan de
"Erven Woudts naar rechtvaardigheid en billijkheid een tegemoet
koming te doen geworden,gelijk aan de geleden schade;
van oordeel, dat het door Burgemeester en Wethouders vast te stel
den bedrag voor vergoeding aan de Erven Wod.Woudts zal worden ge-
"voegd bij het tekort van den ex-ontvangerof te verhalen op
"Notaris Peree;
van oordeel,dat het verlies,geleden door den verkoop van het
"pand van J.van den Berg zal worden gevoegd bij het tekort van den
"ex-gemeen te-ontvanger
besluit het tekort van den ex-gemeente-ontvanger te verhoogen
"met het vastgestelde en nog vast te stellen bedrag, uit te keeren
"aan de Wed.Woudts;
en gaat over tot het volgende punt."
De VOORZITTER vraagt of deze motie alleen van dei heer Juten is
of van de geheele Commissie.
De heer JUTEN ze^t dat het eene motie is namens de Commissie.
De heer BECKERS zegt dat hij buitengesloten dient te worden.
Spreker is het met de motie niet eens.
De heer JUTEN wijst er op dat de heer Beckers gisteren niet op
de vergadering der Commissie was; hij heeft evenwel een oproeping
ontvangen.
De heer BECKERS: Te laat.
De VOORZITTER: Deze motie is dus van de Commissie.
De heer JUTEN: Van vier leden der Commissie.
De VOORZITTER; Deze motie kan dan een punt van bespreking uit
maken. Ik zal hem laten vermenigvuldigen, opdat de leden zich nog
maals van den inhoud kunnen vergewissen.
De heer A.VRIENS zou deze zaak even nader willen toelichten.
Het is spreker geweest,die in de Commissievergadering heeft willen
zien,dat in de motie niet alleen van de aansprakelijkheid van den
anger werd gesprokenSpreker meent dat Notaris Peree in deze
obk eenigeverantwoordelijkheid draagt.Op sprekers verzoek is dus
een dergelijke zinsnede toegevoegd aan de motie. Wat was het geval?
wanneer het Rijk premie gaf voor het bouwen van woningen,dan word
deze premie reeds gegeven,wanneer de woningen een eind gevorderd
varen.Na dit eerste arediet wordt later een vaste hypotheek gegeven.
Maar dan zijn de huizen reeds gereed.In deze-kwestie staat nu vast,
dat in 1921 reeds premie werd gegeven.Ook reeds in 1921 "werd nog,
doordat deze woningen intusschen waren gereed gekomen,een vaste
hypotheek verleend.Er is echter voor spreker iets onbegrijpelijks
m dit geval.Immers in 1921 werd door het Rijk reeds aan de ge
meente betaald, terwijl er nooit iets werd betaald aan Woudts,noch
aan Notaris Peree.En deze laatste heeft daarop zelfs in 1922 de
huizen verkocht.De leden van den Raad zullen toch wel weten, dat
wanneer men een huis verkoopt,men dit vrij moet leveren van hypo
theek.Eet komt spreker als een onoplosbaar raadsel voor dat,of
schoon deze woningen verkocht waren,toch steeds de hypotheek der
Gemeente daarop bleef rusten.Spreker meent dan dat den Notaris in
eze eenige schuld treft. De Notaris dient als de maker van de
erkoop-acte toch zeker te weten,dat de gemeente nog hypotheek op
leoHuizen had en dat deze eerst moest worden afgelost.
Spreker merkt op,dat ook het Dagelijksch Bestuur van die dagen
uog eenige schuld treft. Men heeft toch toegelaten dat de ontvanger