8.
In het "belang der weduwe Woudts voelt spreker zich verplicht
straks een voorstel te doen om haar dit bedrag alsnog te resti-
tueeren.
Nu heeft echter deze afrekening niet plaats gehad.De Gemeente
heeft elk jaar aan het Bijk betaald 6% van f.8160,-,wat de Com
missie is gebleken uit den staat,die ieder jaar aan den Baad wordt
overgelegd en ook uit het verslag van den ambtenaar van het Bouw
en Woningtoezicht over de met rijkshypotheek en bouwpremie in
Bergen op Zoom gebouwde huizen. De Staat der Nederlanden had dus
aan de Erven V/oudts f.8160,- hypotheek verleend op 4 woningen,
gelegen aan den Parallelweg te Bergen op Zoom; voor de richtige
betaling der rente bleef de Gemeente aansprakelijk.
Uit de bescheiden die de Commissie hooft overgelegd,blijkt het
volgende:
1. In Mei 1922 werd aangekondigd,dat deze huizen werden verkocht.
2. 3 huizen werden verkocht.
3. De betaaltijd was Juli 1922.
De Commissie overlegt: een koopacte dezer huizen,
een staat von do kosten die betaald zijn voor een hypotheek op
een dezer huizen;
de afrekeping van Notaris Perée aan de Erven Woudts,waaruit hot
bedrag van de opbrengst der woning blijkt;
hot bewijs dat de Gemeente op 15 Juni 1925 deze hypotheek geheel
ton behoeve van het Bijk heeft afgelost.
Uit de door de Commissie overgelegde bescheiden blijkt dus,dat
haro zienswijze de eenig juiste is.
Uit het overgelegde schrijven van Notaris Poróo zou kunnen
blijken dat men op de secretarie op de hoogte was van deze zaken.
Wie de Notaris bedoelt met "men" is niet duidelijk.Mogelijk heeft
hij dit zoo geformuleerd met een zekere bedoeling. Het kunnen
Burgemeester en Wethouders van die dagen zijn; $.et kan de secre
taris zijn van die dagen; het kan de ontvanger zijn; het kan zelfs
de heer Touw zijn,de opzichter van de bouw-politieDeze laatste
wist echter van niets, ge zien zijn verslag van eenige dagen terug.
Vast staat dat de Notaris in 1922 dus van een en ander op de
hoogte was en er officieel blijkbaar niets voor heeft gedaan om
deze warboel te ontwarren.
Vast staat dat de ex-ontvanger hier geweldig heeft geknoeid,
gezien het feit, dat hij dit bedrag, dat niet van do Gemeente was,
m de Gemeentekas heeft doen vloeien. Do ex-secretaris is heen
gegaan en zwijgt. Burgemeester en Wethouders van dien tijd zijn
heengegaan,uitgenomen de heer Verlinden,die eveneens zwijgt.
De Commissie hoeft bij het signaleeren van dit geval in haar
Bapport getracht,zoo volledig mogelijk te zijn zonder personen te
troffen.Tot het noemen van enkele namen was zij ton slotte ver
plicht om magistraten,die bij het geval niet zijn betrokkenniet
verdacht te maken. Notaris Perée noemt in zijn schrijven nog
andere personen,die door ons genoemd werden in hot Bapport. De
Commissie begrijpt niot,welke redenen Notaris Perée heeft,daarop
te antwoorden.
Het is ons bekend,dat de gemeente aan de zaal; Boogaard niets
te kort komt; de Commissie heeft dit feit alleen gesignaleerd
omdat deze heer Boogaard,boéhouder van wethouder Verlinden,achter
was met de betaling zijner rente.Wij hebben dit alleen gesigna
leerd om aan te toonen hoe personen uit de omgeving van den heer
Verlinden hun baas navolgden.
En wat de zaal; van den Berg betreft: de Gemeente is hieraan
enkele honderden guldens tekort geschoten en wij mieenen dat deze
ten laste van den ontvangerdienen gebracht te1 worden.
De Commissie meent dat zij ter verduidelijking vün haar Bapport
maar heelt te wijzen op hetgeen het accountantsrapport omjrront
e betalingen des heeren Boogaard en van don Borg zog*t. In het
accountantsrapport lezen we dat nog betalen moesten-
1. J.v.d.Berg f. 761.41
2. g.n.Boogaard f. 713.35.
Uit hot accountantsrapport en uit het rapport dor Commissie
on geheel overeenstemt,blijkt verder, dat de Gemeente
n G.N.Boogaard niets is tekort gekomen. De accountant schrijft
hierover verder in zijn rapport: