Spreker geeft dan het Y/oord aan den heer Juten ter bespreking van het very/eer van notaris Pere'e. De heer JUTEN begint met een woord van dank te brengen aan den Voorzitter van de Commissie ad hoc, die in de vergadering van 26 Fe bruari het rapport op een schitterende wijze heeft jsoegelicht en ver dedigd en aan den Onder-Voorzitter voer diens rede, die zoo tactvol naar voren is gebracht, dat ze ieders bewondering afdwong. Spreker was niet van plan over het rapport veel te zeggen, omdat hij meent dat alles in het rapport zelf is opgenomen, maar daar de Voorzitter van de Commissie ad hoe het verzocht heeft, meent hij er v/el toe verplicht te zijn. Spreker meent er zich niet aan te kunnen onttrekken, vooral omdat de stroom verweren met een sneller tempo den Raad bereikte, naar gelang de dag van behandeling aanbrak. Spre ker vindt het jammer, dat de Raad eerst te elfder ure van den in houd der brieven heeft kennis kunnen nemen. Er is een brief bij ge dateerd 2C Februari en pas 25 Februari heeft de Raad or van kennis kunnen nemen. Spreker noemt het een geluk dat de behandeling van de ze zaak 14 dagen is uitgesteld, zoodat alle raadsleden ze thans rustig hebben kunnen bestudecren. Spreker betreurt het, dat hij per sonen moet bespreken, die hij onder zijn beste vrienden kan rang schikken. Eerst y/cnscht spreker echter nog een kleinigheid te zeg gen over de verdediging van den heer Verlinden. De VOORZITTER vraagt den Voorzitter van de Commissie ad hoc of het met het oog op een snelle en spoedige behandeling gewcnscht is, dat ieder lid van de Commissie op zijn beurt een bespreking houdt over al hetgeen in het debat gebracht is. Hij heeft er geen bezwaar tegen, maar zag toch liever dat de Voorzitter van dd Commissie ad hoc met dien gang van zaken instemde. De heer VAN AS vindt het toch beter den heer Juten te laten door gaan, vooral omdat deze toch kort zal zijn. Do heer JUTEN merkt op, dat iedereen vreet, dat de heer Verlinden in de politiek en in zijn particulier leven een ander pad be Y/and alt dan hij. De heer Verlindcn bewandelt namelijk het pad van den royale, hij dat van den zuinige. Sprekergelooft zich hiermee vrel juist te hebben uitgedrukt. De heer Verlinden heeft trouwens zelf gezegd, dat hij zijn particulier vermogen voor het algemeen belang opgeofferd heeft In hoeverre dit juist is zal spreker onbesproken laten; het is nog steeds niet uitgemaakt hoe groot het tekort in de gemeentekas is en waar het geld is gebleven. Misschien doet de Voorzitter van de Com missie ad hoe hieromtrent straks nog v/c 1 nadere onthullingen. Vorige vergadering na do pauze heeft spreker reeds de gelegenheid te baat willen nomen, den heer Verlindcn te beantwoorden op zijn wei nig zakelijk betoog, omdat sprekers naam meermalen genoemd werd. Hij heeft het echter niet gedaan, omdat hij de geheelo rede beschouwde als een aaneenschakeling van historische onjuistheden, die niets met de malversaties te maken hadden. Spreker wil echter thans toch nog enkele dingen rechtzetten. Door den heer Verlindcn is namelijk be- weerd, dat hij in de malversaties der lommerd had ingegrepen; ieder een zal zich echter wel herinneren, dat het juist Willem Juten is gcv/ecst, die jaar in jaar uit op de onregelmatigheden in de dommerd gewezen heeft en eindelijk is het hem, dank zei het ingrijpen van Burgemeester Mathon, gelukt de lommerd uit de Maatschappij te doen verdwijnen. Door den heer Verlindcn is opgemerkt, dat spreker in 1919 v/ethoudcr was; dit is niet juist. Hij was tot 1914 wethouder en hij is toen als raadslid en wethouder heengegaan, omdat hij de vergaderzaal niet in een comodiezaal wilde doen veranderen om poli tieke wellustelingen daarvan te kunnen doen genieten en omdat de samenwerking met de 2 andere leden van het Dagclijlcsch Bestuur weinig vruchtdragend was. Onder sprekers wethouderschap is de ex- gemeente ontvanger gekomen, doch het v/as een publiek geheim, dat het sprekers candidaat niet was, daar hij overtuigd was dat deze daar voor te dom Y/as. Sprekers candidaat v/as de heer Ucijts, die niet gekozen is, omdat spreker hem steunde. Ook is door den hoor Verlindcn medegedeeld, dat er onder sprekers medebestuur sprake van geweest is, de gasfabriek te verkoopen. Dat is juist. Spreker heeft zich als Voorzitter van de Commissie voor de gasfabriek beijverd de gasfabriek, die door deskundigen word verklaard oen versleten fabriek te zijn, te verkoopen voor 6 ton. A 4- 1T >'J tj 60

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1926 | | pagina 83