3.
Het is nog van zeer recenten datum, dat wij de voorlichting heb
ben gedaagd van het scheidsgerecht. Noch voor raa'dsleden, noch
voor wethouders bestaat er een dergelijk instituut. Het is gelukkig,
maar het is een eerezaak en daarom wil ik den raad van deze plaats
dit zeggen: Ik zal doen instellen een eereraad, bestaande uit per
sonen buiten Bergen op Zoom, hoogstaande personen, die allen wars
van sentimentaliteit de verschillende zaken, die naar voren zijn ge
bracht op een wijze, welke het daglicht niet mag zien, zullen beoor-
deelen
De VOORZITTER verzoekt den heer Verlinden terug te nemen de uit
drukking, dat de zaken zijn naar voren gebracht op een wijze welke
het daglicht niet mag zien.
De heer VERLINDEN. Ik zal het terugnemen en laat ik dan zeggen
naar voren gebracht op een wijze die m.i, niet juist genoemd mag
wordeg. Ik zal derhalve een beroep doen op eminente personen, op
de benoeming waarvan ik persoonlijk geen invloed wil uitoefenen.
Het moeten zijn eerlijke, hoogstaande personen voor wie men respect
heeft. Aan een oordeel van hen zal ik de zaak onderwerpen. Zoolang
de uitspraak van de eereraad niet is gevallen blijf ik zitten en
eerst wanneer ze gevallen is, zal ik mij beraden, wat mij te doen
staat als wethouder van Bergen op Zoom. Zoolang zal ik mijn plaats
blijven waarnemen in het waarachtig belang van Bergen op Zoom»
De heer BOSCHMAN vraagt thans het woerd.
De heer VAN AS merkt op dat de heer Boschman waarschijnlijk een
verklaring wil afleggen, maar spreker gelooft dat hij verstandig
zou doen mot de verklaring op te schorten tot het einde van de ver
gadering daa.r naar zijn mcening do heer Boschman door zijn ziekte
wel niet op de hoogte zal zijn met den £anS van zaken.
De VOORZITTER gelooft dat de motiveering welke de heer van As
naar voren brengt in den tegenwoordigen tijd geen stcelc houdt, om
dat do pers door uitvoerige verslagen aan de afwezigen voldoende
gelegenheid geeft op de hoogte te blijven.
De heer BOSCHMAN begint met op te merken, dat hetgeen hij zal spro
ken hem niet door den Burgemeester of een der wethouders of een der
leden van den Raad is voorgezegd of opgedrongen. Hetgeen de heer van
As zoo juist naar voren heeft gebracht, noemt hij onzin, daar hij
wel degelijk op de hoogte is van hetgeen in de raadsvergadering is
behandeld
De VOORZITTER vraagt den heer Boschman het woord "onzin" terug te
nemen.
De heer BOSCHMAN neemt dit woord terug, maar legt er den nadruk
op, dat hij degelijk op de hoogte was van hetgeen in den. Raad is
voorgevallen
Tot mijn spijt, zegt- spreker, was ik de vorige vergadering afwe
zig wegens ziekte. Wanneer ik aanwezig was geweest, zou de zeer
venijnige motie, welke door den heer van As is voorgesteld niet
zijn aangenomen.
De VOORZITTER verzoekt den heer Boschman het woord "venijnig"
terug te nemen.
De heer BOSCHMAN neemt dat woord terug en is overigens de meen ing
toegedaan dat de hoeren van de Commissie eerst maar eens in hun
eigen tuintje moeten wieden.
De VOORZITTER. Ik heb ito de vorige vergadering gezegd, dat geen
van de leden het recht heeft om over particuliere aangelegenheden
van een ander lid iets te zeggen. Wij moeten bij de behandeling van
de gemeentelijke aangelegenheden trachten de particuliere aangele
genheden van de leden van den Raad, buiten bespreking te houden.
Nu heeft de behandeling van de aangelegenheid van den heer Ver
linden er toe geleid, dat er sprake van was dat hij zijn ambtelijke
qualiteiten gebruikt had om zijn particuliere aangelegenheden te
dienen. Toen heb ik moeten toelaten, dat de ambtelijke aangelegen
heden van den heer Verlinden besproken werden in verband met zijn
particuliere aangelegenheden, Ilc kan echter in het algemeen niet
toelaten dat particuliere aangelegenheden van leden besproken worden.
Domheer BOSCHMAN. Het is mijn bedoeling niet om do leden in hun
prive'-leven aan te tasten. Het gaat om een gemeentebelang, n.l. om
de geheimhouding van het rapport der Commissie. De Voorzitter van
de Commissie ad hoc, die ook tot gcheinhouding verplicht wasen
den inhoud van het rapport voor zich moest houden, heeft het reeds
WHHÊÊÊÊM