VIERDE VERGADERING. Vrijdag IE Maart 1926, geopend 's namiddags 2 uur. Voorzitter: de heer H.Stulemeij erBurgemeester. Tegenwoordig alle leden: de heer H.C .B'eckersMevr. Poldermans-Gerritsen, en de heeren A.Vriens, M. J.Schef f elaarJ.B. van As J.Vriens, A.G .G .Juten H.M.Walder, M.A,VerbiestE.A.G.Kiepe, P.M.J.DaverveldtH.P.M. Verlinden, J.C .C .Asselbergs; Ph.H.Lauret, J,P.J.AsselbergsTh. Boschman en P.P.van KAam. Secretaris: de heer J.A. van de Wouw. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan de orde als eenig punt der agenda: VOORTZETTING VAN DE BEHANDELING DER RAPPORTEN VAN HST ACCOUNTANTS KANTOOR J.J.M.H.KUST EN COEN VAN DE COMMISSIE AD HOC, BENOEMD BIJ RAADSBESLUIT VAN 51 JULI 1925 INZAKE DE ONREGELMATIGHEDEN IN DE GEMEENTELIJKE PINANTIEELE ADMINISTRATIE. De VOORZITTER: Aangezien deze vergadering alleen "belegd is voor de Behandeling van deze aangelegenheid en zaken daarmede verband houdende, doe ik alleen mededeeling van het volgende ingekomen stuk' Aan den Raad der gemeente Bergen op Zoom. Edelachtbare Heeren, Ik lees in de dagbladen, dat U in Uwe vergadering van 26 Pebruari I.1, een motie van Uw medelid den heer van As hebt aangenomen, waarin o.a. voorkomt: "Overtuigd, dat H.P.M.Verlinden is, 4e onfatsoenlijk, m aanslui ting op het oordeel van den President van het Hof te den Bosch". U veroorlooft mij op te merken, dat ik dit oordeel geenszins te gen den heer Verlinden in de strafzaak tegen Uw gewezen secretaris van Liempt, heb uitgesproken. De naam van dien heer is in die zaak niet eens genoemd geworden. Het was alleen de advocaat-generaal,die 4oen de verdediger van van Liempt zei, dat deze een fatsoenlijk man was, bij interruptie opmerkte, dat hij niet fatsoenlijk was daar hij zijn belasting niet betaalde. Ik zou niet gaarne zien dat bij U en wellicht ook bij het publiek de meening bleef bestaan, dat ik een blaam zou heobcn geworpen op Uwen Wethouder Vcrlindcn. Niet alleen omdat dit niet waar is, maai ook omdat ik niet zou willen, dat men van mij dacht, dat ik als president van het Hof iemand iets zou ten laste leggen, Vc.ar ij niet bij tegenwoordig is en zich dientengevolge niet daartegen verdedigen kan. Vandaar dat ik mij de vrijheid veroorloof vorenstaande mede te deelcn met verzoek in de eerst komende openbare vergadering daar van te willen doen blijken. De President, A.v.Sassc van Yselt.' De Voorzitter geeft hierna, het woord aan den heer Verlinden tot het afleggen van een verklaring. De heer VERBINDEN. Mijnheer de Voorzitter. Sedert 26 Pebruari ziin er nu twee weken verloopen. Ieder heeft voor zich gedurende dien tijd kalm kunnen overwegen de resultaten van die vergadering, de gehouden besprekingen; men heeft daaruit zijn consequenties kunnen trekken, kortom, al hetgeen wenschelijk kan worden geacht te zijn in het algemeen belang van Bergen op Zoom. Ook ik Mijnheer de Voorzitter heb deze zaak ernstig overwogen cn nu moet mij in de eerste plan.ts van het hart, dat de motie die tegen mijn per soon was gericht, door een toevalligheid, namelijk wegens aickto van den heer Boschman en het buiten stemming blijven krachtens de wet van mijn persoon, is aangenomen met 1 stem meerderheid, het he.d ook anders kunnen zijn, terwijl bij aanwezigheid van den heer Boschman en het buiten stemming blijven van mijn persoon do mo- tic toch nog zou zijn verworpen, omdat de wet zegt, aat bij staking van stemmen in een volta.lligo zitting een voorstel a.ls verworpen moet worden bcschoud. De vrc.ag, die ik me heb voorgehouden is: welke waarde moet ik

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1926 | | pagina 78