33. Ik verklaar onder cede,dat ik nooit een dienst van den ontvanger gevraagd heb.De heer Walder spreekt over een electrische blok- centrale.Ik kan me echter niet herinneren over eone blok-centrale te hebben gesproken, doch wel over de oprichting van de electrische centrale .De blokcentrale is van Interen datum. In de zaal van den heer v.d.Wee op de Boschstraat is eene vergadering gehouden over de centralewaarin ingenieur ton Bosch de questie toelichtte.Het voorstel inzake deze centrale is door den Hand verworpen,mot twee stemmen voor. Verder wordt gezegd,dat de gemeente-secretaris mij hooft gewaarschuwd.Ik zeg U,dat deze mij nooit gowaarschuwd heeft. Alleen heeft deze mij wel gezegd,dat hot niet aangaat om kasop name te doen geschieden na voorafgaande waarschuwing,doch dit vond voor hot eerst plaats in Januari 1925, toon het accountantsonder zoek roods aan den gang was. Wat het gezegde van don heer Vriens betreft, als zou. door mij als loco-burgemeester wel eens een kas opname zijn verrichthierop kan ik den hoor Vriens antwoordendat door mij als loco-burgemeester nooit oen kasopname is gedaan. Hu v/at betreft de belasting van don Kunstkring over 1924.Toen is er geen belasting betaald geworden omdat do loden van den Kunstkring onder dezelfde bepaling vielen als de leden van do Sociëteit Thalia.Voor het laatst is belasting betaald geworden door hot concertbureau Felix Augustin,die in die jaren de concer ten hier ter stede organiseerdo.Dit concertbureau had belasting moeten betalen, doch kon, doordat zij failliot ging,niot aan hare verplichtingen voldoen. Do heer WALDER wil even rocht zetten wat do heer Vorlinden aan haalt over de hondenbelastingen aan do hand van do lijst, opge maakt door don hoor Vuistoraantoonendat hij wel degelijk zijn hondenbelasting over 1924 hoeft betaald. Do VOORZITTER zogt dat hot hier betreft do belasting over 1923. Deze is eerst betaald geworden in October 1925.De Voorzitter geeft to kennen dat hij dit niet zogt om don hoor Waldor te beschuldigen, integendeeljuist om aan te toonon dat men zelf niet altijd de schuld is, als men zijn belasting niet tijdig betaalt. De Voorzitter vervolgt; Er zijn menschen geweest,die mijn woor den niet hebben geloofd,doch ik heb altijd een neutraal standpunt ingenomen.Trots alle verdachtmakingen heb ik in deze mijn plicht gedaan. Ik heb de kwestie Verlinden eveneens van een neutraal stand punt be zien.Indien ik gewild had, dan was de naam Verlinden niet in het Rapport voorgekomen.Ik heb mij echter strikt onpartijdig ge houden en indien mij gebleken was, dat de heer Verlinden werkelijk medeplichtig was aan de onregelmatighedendan zou ik den heer Vorlinden ook niet hebben ontzien. Wat nu de motie betreft; Volgons mijn oordeel kan de mcerdor- hoid van den Raad deze motie niet aannemen. Troft don heer Ver linden in deze aangelegenheid eenig verwijt? Ja, er treft hom een verwijt als particulier persoon,omdat hij nalatig is geweest om zijn belasting op tijd te voldoen.Maar do Raad kan en mag zich hierover niet uitspreken.Ik wil niet trachten do zaak voor den hoor Vorlinden goed te praten,maar ik wil hot geval tot zijn ware proporties terug brengen.Als de heer Verlinden misbruik had ge maakt van zijn ambt, dan was het iets anders.Maar aangenomendat ieder cijfer en iodoro datum in het Rapport vormeld,betroffendo den heor Verlindon juist was, dan nog mag men niet beweren, dat do heer Verlindon zijn positie als bestuurder hoeft gobruikt om to ontkomen aan zijn belastingplicht.Aan do cijfers zal ik niet komen maar wel aan do conclusiodie de Commissie trekt. Ik kan bogrijpon dat personon die met elkaar in politiokon strijd goloefd hebbensubjectiof tegenover elkaar kunnen staan. Juist door hun antipathie zijn zij altijd subjectiofIndien ik zelf 20 jaar aan dien strijd had medegedaan, dan zou ook ik be zwaarlijk zuiver objectief hebben kunnen oordeel en.Wij zijn immers maar menschen. Ik zal boginnen om aan te toonen dat do Commissie voor v/at haar conclusie betreft,do objoctivitoit niet geheel in acht heeft ge nomen.Ik wil dan oven verwijzen naar het hoofdstuk "Wio goen be lasting betaalden of te laat". Indien men nu afging op do aan-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1926 | | pagina 71