32.
toegevoegd; «Wie zegt U dat die radeering niet aangebracht is ge
worden na de onderteekening?Verder is dit procesverbaal onder
teekend door Burgemeester Hulshof en door Wethouder van Hasselt.
Waarom nu alleen mijn naam genoemd eh waarom ook niet die van den
heer van Hasselt? Waarom moet die naam .zoo angstvallig worden ver
zwegen?
Het tweede punt waarover de heer van As het gehad heeftbetreft
het kohier van den H.0.1922.Het kohier is geteekend en vastgesteld
door Burgemeester Hulshof en door Gedeputeerde Staten,terwijl ik
het daarna als loco-burgemeester heb onderteekend voor afkondiging.
Dit is een bloote formaliteit en heeft met de vaststelling niets
te maken.
Nu wat betreft het mandaat van f.175000,-.Daarbij moet ik even
opmerken,dat het bedrag niet alleen in cijfers maar obk in letters
staat aangegeven.Alleen de cijfers - niet de letters - laten iets
aan duidelijkheid te wenschen over,hoewel men toch kan zien dat
er f.175000,- staat.
Wat het schrijven van den heer van Waegeningh betreft,de Commis
sie wil hieruit ten onrechte opmaken,dat de quitanties na den aan
gegeven datum zijn gemaakt.Ik verklaar bij den eed,dien ik als
raadslid heb afgelegd,dat dit oen grove lougen is.En ik noodig de
hoeren uit om de quitanties op mijn kosten opnieuw te laten onder
zoeken door don heor Leddon Hulsebos,zoo juist door don Voorzitter
der Gommissie ad hoe gonoomd. Ik heb nog meerdere belastingbiljet
ten,maar ik zal me wel wachten om ze wederom aan de Commissie te
geven.Want als ik die haar ook in handen geef,dan zal zij ze weer
voor iets anders trachten te gebruiken.
Dan vraagt de heer van As wat de oud-ontvanger op het raadhuis
deed,toen de Burgemeester afwezig en ik wnd.Burgemeester was,
m.a.w. waarom moest de oud-ontvanger met den wnd.Burgemeester eene
conferentie houden op Woensdag 11 November 1925. Toevalligerwijze
hoorde ik daags daarna,dat men had gevraagd wat wethouder Verlinden
op het raadhuis te maken had op hetzelfde oogenblik dat ook daar
de oud-ontmanger was. Om mij tegen alle verdachtmakingen te dekken
heb ik aan Ferd.Verbiestconcierge van het stadhuis,die mij behulp
zaam was bij het onderteekenen van stukken en zelf getuige is ge
weest van al mijn verrichtingen op hot stadhuis,vorzocht om zijn
bevinding op papier te stellen.De verklaring luidt;
"Ondergeteakendo,Ferd.Verbiestconcierge ton stadhuizc dor gemeente
"Borgen op Zoom,verklaart op Woensdag 11 November 1925 dos nam. om-
"streeks half vijf ure te hebben gezien dat Wethouder Vorlindon ten
«stadhuize is gekomen; op verzoek van Wethouder Verlinden do Burge
rmeester skamer te hebben geopend en eveneens op diens verzool: do
«stukkondie ter onderteekening op do secretarie-afdoelingcn aan-
"wozig waren,te hebben gehaald en behulpzaam te zijn geweest bij
"het ondortookonon dier stukken.
Ondorgotookondo verklaart tevens,dat Wethouder Vorlindon onmiddel-
"lijk na het verrichten dier ondertookeningon hot stadhuis heeft
"verlaten onder het navolgende gesprok:
Verbiest; Gaat U nu al weg,mijnhoor Vorlindon?
Wethouder Vorlindon: Ja, ik ga.
'1 Borgen op Zoom, 14 November 1925.
w.g. F.Vorbiost
Is 't niet introurig,dat oon loco-burgemeester tot hot vragen van
zulk oen verklaring moot overgaan?
Verder beweert de heer van As dat de gemeente-ontvanger de be
dragen boekte in de hoop dat ik betalen zou. Ik verklaar nooit te
zijn aangemaand geworden.De ex-ontvanger hield gewoonlijk de be
lasting af bij de uitbetaling van mijn mandaten.Ik ben er van over
tuigd dat ik het bedrag van f.114.- dubbel heb betaald,doch onmid
dellijk nadat de Burgemeester mij zeide dat het bedrag nog niet be
taald was,heb ik verklaard het dadelijk te zullen betalen, zoo noo
dig met rente.
Wat het bedrag van f.39.37 aan schoolgeld voor mijn jongste
doohter betreft,ook hiervoor heb ik nooit eene aanmaning gekregen
en ik heb nooit gevreten dat ik dat nog schuldig was.Om een voor
beeld te noemen; Ook de heer Walder hooft zijn hondenbelasting niet
betaald en zou men dan kunnen zeggen,dat dit is "misbruik maken."
T\