89. ontvangen van een hoofd eener school,den echtgenoot van het Raadslid Mevrouw Polderclans .Déze zegt: de heer van ÏÏftegenitlgh "bedoelt dat de quitanties geschreven zijn met dezelfde peniDat er geen verschil is in ouderdom kan ook het eekenendat er geen verschil is in ouderdom van quitantie en datum. Het zal voor de leden van den Raad wel zeer interessant zijn dezen "brief even te bestudeeren.Doch ik wil aan den heer Vertinden deze stellige vraag doen: Waar "blijft hij met de overigequitanties,want er zijn toch voor den Kunstkring 4 concerten per jaar gegeven. De Commissie heeft aan den heer Verlinden gevraagd met zijn overige quitanties te komen; de heer Verlinden zei dé dat hij dio wel kon geven als de Commissie maar cijfers noemde. De Commissie kon echter geen cijfers noemen, daar die nergens Vermeld stonden. Dit is dus bewijs genoeg. Dan zou ik den heef Verlinden in dit ver band willen vragen: V/at deed de oud-ontvanger op het stadhuis toen Burgemeester Stulomeijer afwezig was en do heer Verlinden waarnemend burgemeester was? De heer Verlinden heeft mij daarop Afrfewoord gegeven.Maar ik weet zeer goed wat daar gebeurd is. Als we in tijden leefden dat de pijnbank zijn werk verrichtte, dan kwam het wel terecht. De heer Verlinden bemoeide zich met alles behalve met zijn eigen belasting. De heer Verlinden deed inbraak bij Burgemeester en V/ethouders en zeide: "dat is niet in orde en dat niet",maar over zijn eigen belasting zweeg hij. Hij moet worden geschaard onder die lieden die de meest afgestootene zijn van onze samenleving. Do beschuldigingen ten aanzien van zijne belastingen zijn niet recht te zetten. Wel zou dit het ge val zijn, als evenals vroeger,na elk jaar de boeken worden ver brand.Op goed vertrouwen dat de heeren Verlindon en van Liernpt zouden voldoenboekte de ontvanger de bedragen in.Do ontvanger verklaardedat hij do bedragen had ingevuld.De stumpert die bang was,deed alles.De heer Verlinden maakte misbruik van den stumpert terwijl hij loco was. Maar het kwam wel in orde,de belasting werd maar verhoogd. De heer Verlinden wekt den Baad op voor nuttige zaken.Zou de heer Verlinden een meer nuttige zaak kunnen bedenken dan het achterstallige aan te zuiveren? Dat is veel beter dan te zeggen er moet een straat verbeterd worden of er moet een brug komen enz. Het doet mij genoegen, dat ik dit alles eens heb kunnen zeg gen.De heer Verlinden moet wel weten dat alles wat de Commissie geschreven heeft,blijft zooals het is, onaanvechtbaar .Ik doe ten slotte nog een beroep op dé leden van den Baad om de motie te steunen,omdat ik meen volkomen recht te hebben ge zethetgeen de heer Verlinden in zijn zwak verweer heeft trachten te laten uit komen De heer WALDEB: Ik wil ook nog iets zeggen over het verweer van den heer Verlindenwaarin deze zichzelf lofzang toezwaait. Ik wil dan terugkomen op hetgeen de heer Verlinden heeft gezegd over zijne verkiezing als wethouder in 1919.De heer Verlinden zegt,dat' in de Commissie ad hoe twee leden zitting hebben met wiens hulp hij tot wethouder is gekozen, 't Is waar,ik heb den heer Verlinden tot wethouder helpen lcieson,doch toon kendo ik den heer Verlindon nog niet.Ik heb heel gauw gezien wie en wat de heer Verlindon was,want in 1920 heb ik hem reeds in oeno vergade ring hot vertrouwen opgezegd. Sinds dien heeft do hoer Verlipdon nooit meer mijn sten gekrogen en zal die ook mooit meer krijgen omdat hij onbetrouwbaar is. Ik heb hem toen hetzelfde gevraagd wat thans gevraagd is,n.l. om heen te gaan.Hij antwoordde daarop evenals nu: ik blijf, al gaat do Baad op z'n kop staan. De hoer Vorlinden hooft iets gezegd over de waterleiding. Bij deze kwestie heeft de heer Verlindon al oen zeer droevig figuur geslagen.Toen ik deze zaak heb aangesnedenniet op financieel maar op ander gebied,is de heer Verlinden in zijn courant voor den dag gekomen met een berichtwaarin cijfers werc?.en genoemd, die zoo verschrikkelijk leken, dat iedereen de handen in elkaar sloeg. Hij moest echter op de eerstvolgende vergadering alleys terug nemen. Ik begrijp niet hoe de heer Verlinden er bij koiPt om te zeggen, dat hij de boeken inrichtte van de waterleiding.*Pok daar is hij er naast.Wel heb ik in het uitgebrachte rapport v^n de

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1926 | | pagina 67