28. als een paal boven water. Spieker vervolgt: Zakelijk is de heer Verlinden niet geweest en hij speculeert louter op de menschendie mij het wethouder schap,dat ik niet wensch,niet gunnen .NoChthans, als ik in 1923 wethouder was geworden in de plaats van den heer Verlindenzou de ruil niet slecht geweest zijn.Ik zou niet mee hebben gedaan.De heer Verlinden ging meeknoeien en was onbekwaam en is de kern van heel de malversatie-questie.Die stelling zal ik tegelegonertijd wel eens uiteenzetten in publieke vergadering.Ik zal den heer Ver- linden eens vertellen wat hij misdaan hoeft om wethoudèr te wor den, dat is heel wat vuiler dan men oppervlakkig denkt.De hoeren Maonhoudt en Hulshof moesten aan de kaalt wol:den gestold.De hoer Verlinden wilde uit het geval politieke munt slaan.De actie mis lukte en de gomeente heeft het aan die actie te danken, dat de heer Maonhoudt pensioen kreeg.Doch hot was den heer Verlinden te doen om hot Wethouderschap.Dat was het eenig beoogde resultaat. Do heer Verlinden bleef wethouder door zich te scharen onder de linksche groep.En al smaalt de heer Vorlindon nu op "Hot Volk", als straks hier 9 S.D.A.P.'ers zouden zitten,dan zit do hoor Vorlindon daar ook bij,als mon hom tenminste hebben wil, NeBn! de heer Verlinden moet niet trachten het zwaartepunt te verleggen. Het Bapport zou er anders uitgezien hebben,als de heer Juten, Beckers of ik het samengesteld hadden; het Bapport dat hier voor onsligtjis het gezamenlijk werk van vijf ernstige menschen. De heer Verlinden haalt van Speijk aan, dat is zeer vermakeli jk. Van Speijk en Verlinden zullen niet in een adem en in hetzelfde verband worden genoemd in de vaderlandsche geschiedenis.Althans niet met dezelfde waardeering. Van Speijk draait zich vast en zeker om in zijn graf bij die aanmatiging.Ik had van den hoer Verlinden een krassere,meer zakelijke verdediging verwacht. De Verlinden is er moedwillig naast en denkt zeker, dat de Baad maar a^los als zoete koek zal aannemen. kw«v.?Qf?GfrTnr^indGf lcan nict Gens leZQn. Het proces-verbaal4e j 1919,is wel degelijk door hem getookond. Let nu op hoe J de zaak vertroebelt.Hij wil den Baad nu wat voorliegen door me processen-verbaal te laten circuleeren,die de Commissie niet noemt in haar Bapport.Dat is misleiding en comediespel. De Commis sie heel t ook niet, zooals de heer Verlinden zegt, gesproken van administratieve, doch wel van finantieele aangelegenheden. tj f kohier H-0. 1922 is wel door den heer Verlinden geteekend. neer Verlinden heeft hiervan een successtuk willen maken,maar net is mislukt.Ik wil niet eens nazien of ik me vergist heb.De neeie Commissie heeft gezien dat hij geteekend heeft.Ieder kan z en komen overtuigen. Het mandaat 1588 is ook door den heer Ver- ^^teckend; op het mandaat staat f.175000.- en op de he staat 1.75000.-. Al deze feiten zijn een groep uit do vele. nint «m°G? voldoende heb aangetoonddat de Commissie er rnr-ht of "Sv'ï:11^0 vordodiging van don hoer Vorlinden blijft niets vfsf G Commissie hooft gevonden uit eerlijke overtui- J' d gehandhaafdWel hooft de heer Vorlindon oen wilde io in??v.8ffafn °S zlch achtor Burgemeester Hulshof te verbergen. Er Raad bid de behandeling van het Bapport der Commis- sefeven tfen^ff rekenin6 19^3 een onverdiende afstraffing B !n Werd over Burgemeester Hulshof .Toen was dooien hfpv fiff°fH0UdjnU is hiJ n°S ouder' De heele geschiedenis heele pfnnfÏÏ yfSln2en °Pgerakeld van jaren terug,heeft met het neeie Bapport niets te maken. na*ïerJf\den heerVVerlinden ontvangen quitanties heb ik opgezonden pp iheer van Waegeningh.Deze zegt in zijn antwoord dat in elk -ik 0af Guderdom is uitgesloten.De deskundige zegt dat het moge- men sobriSf °Gt dezelfde pen zijn geschreven .Maar ven vnn van T-ra Seea 2Z jaar met dezelfde pen. Het eerste schry- tot dn non -i a?SQ^lngh met het tweede vergelijkende,komt spreker gaa^. clusie dat do heer van Waegeningh niet geheel vrij uit naarPdfn°bnf?rk don overtuigd dat,wanneer wij de quitanties vol een hnn vf LoddGn Hulscbos zenden, er een hooi ander advies zal g raag ik even de aandacht voor eon schri j ven, dat ik heb

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1926 | | pagina 66