hot Accountantsrapport als oen to "beschouwen zijn mot hot rapport
dor Comnissio. Nu kan men wel zeggen: de ontvanger heeft die "be
dragen gehóekt,maar dat zijn smoesjesiMaar met smoesjes komt men
er hij den Raad niet af.Spreker gelooft dat hij de overtuiging meo
kan dragen,dat de Commissie de zaak voldoende heeft uiteengezet.
Spreker gelooft niet dat er ook maar een cijfer door de Commissie
is gebruikt,dat niet juist is.
Wat de verweren van de ambtenaren betreft,deze zijn geheel en
al onjuist»
Wat de conclusies van de Commissie betreft,daarover behoeft men
het niet eens te zijn.Rat is een zaak van appreciatie.De een zal
bijvoorbeeld zeggen: ik vind het hier warm,terwijl een ander zegt:
het is hier nogal koel.Spreker komt tot de conclusie,dat men hier
te doen hoeft met een groot en troep schuldigen,waaronder bestuur
ders Qn ook ambtenaren zijn en jn dit verband heeft spreker gemeend
de volgende motie te moeten indienen:
Re Raad der Gemeente Bergen op Zoom in openbare vergadering bij
zon op 26 Februari 1926;
Gehoord de besprekingen in verband met de uitgebrachte rapporten;
Overtuigd van de moedwillige nalatigheden van de in de rapporten
"genoemde ambtenaren;
geven Burgemeester en Wethouders in overweging,een reorganisatie
"voor te bereidon,waarbij de ambtenaren met verantwoordelijke posi-
"ties wordon vervangen door ambtenaren,wier prestige niets heeft
"ingeboet;
Hij verlangt echter dat niet alle gevallen op óón lijn zullen
"worden gesteld en dat de betrokkenen zich kunnen verantwoorden
"voor het Schoidsgorocht met wier advios Burgemeester en Wothoudors
"dienen rekening to houden;
En gaat ovor tot de orde!die volgt."
De hoer WILDER wil eerst nog oven iets recht zetten voor wat
betreft de kwestie van den heer de Groot. Door spreker is aange-
naaiQ hetgeen wethoudèr Asselbergs zou gezegd hebben in verband
met het niet betalen van belasting van een broer van den heer de
Groot. Achteraf blijkt,dat wethouder Asselbergs niet juist was in
gelicht.
Spreker wil het dan ook nog even hebben over hetgeen door den
voorzitter werd gezegd te s-Hertogenbosch,in verband met een vraag
van den President der Rechtbank,of iemand,die zijn belasting niet
betaalde, een fatsoenlijk man was,Deze vraag werd gesteld naast aan
leiding van een uitlating van den Voorzitter,dat hij van Liempt
voor een fatsoenlijk man had gehouden tot 1 Maart 1926.Deze uit
lating houdt tevens het antwoord in op de vraag van den President,
■h heeft de quest ie der vermakelijkheidsbelasting speciaal
Gestudeerd.Er stonden wel eenigo posten geboekt van den Kunstkring
maar echter zonder nummer.Bovendien waren de ingevulde bedragen
aaarvan niet in do tollingen begrepen.Om de zaak duidelijk uiteen
o zetten,wijst spreker er op,dat er bij den entvanger voor de
errnakelijkheidsbelasting een speciaal register was aangelegd.Zoo
ais aat bovendien ook het geval was voor den H.O. In dat register
wwam ook de Kunstkring voor.Echter slechts met kleine bedragen,
elke zijn van loket-verkoop. Maar de groote bedragen,die eens per
jaar moesten worden verrekend,worden nergens gevonden.
De Commissie heeft verder enkele posten gevonden,die geheel af
zonderlijk stonden,zonder nummer of zonder datum. De heeren die
it wenschen te zien,kunnen hier even komen kijken in de boeken.
De Commissie heeft den ontvanger enkele inlichtingen gevraagd en
haar werd medegedeeld, dat de bedoelde posten niet waren ontvangen-,
zoo staat b.v. een post geboekt onder No315,hetwollc het laatste
nummer ïs.Dan volgt daarop eon post van f.104.21 van den Kunstkring
CG heeft.Dan volgt woor No.l,de eerste oost van het
-i §GnIG jaar.Deze post ad f.104.21 komt niot voor in do
journalon.De Commissie heeft nog een post ad f.579.06 gevonden,
V nlat "betaald is. Do ontvanger deelde mode, dat voor do
poft, waar schi j nl i j kingov olgo do verordening, ontheffing
rlcond.Maar dat klopt niot. Spreker houdt zich aan alinoa 2,
art.o dor Verordening,dat oerst in working trad 1 September 1924.
sten over do jaron 1921 on 1922 zijn norgons to vindon. Doch