-> 3, Zelfs een ambtenaar heeft er recht op, dat te zijnen opzichte bij de invordering der belasting do wettige weg bewandeld wordt. Alléén als er in uasu sprake van zou zijn, dat 'Jethouder Ver- linden of een ambtenaar van hun positie als zoodanig hadden ge bruik genaakt on den Ontvanger te bewegen belasting, die niet be taald was, als betaald te boeken, dan zou zulks zeer afkeurenswaar dig en erger zijn; dit zou ambtsmisdrijf zijn- Er rost mij, bij mijn inleiding, nog net een enkel woord te wagon van de omvangrijke taak, die de Commissie ad hoe uit Uwen Raad op haar schouders heeft genomen cn heeft volbracht. Het is van algenecno bekendheid, dat zij dagen en nachten heeft gearbeid. De Raad is daarvoor aan hare Commissie grootcn dank verschuldigd. Het lean echter niet anders of colc aan het omvangrijke, moei lijke werk der Commissie, zijn, evenals aan alle nenschenwcrk, vlekjes te bespeuren, Het zou abnormaal zijn, als het niet zoo was De leden van den Raad hebben nu do taak, om o.a. hun oordeel over haar rapport en over de evcntuccle vlekjes kenbaar te maken. Dat kan cn zal de Commissie - die natuurlijk zelf ook overtuigd is, slechts nenschcn- en geen ongclcnwcrk geleverd te hebben - niemand kwalijk nemen. Een ieder zij echter overtuigd van de goede bedoelingen van den gene, die het niet met hen eens is. Ook aan de goede bedoelingen der Commissie, daar waar ze misschien faalde, mag natuurlijk niet v;orden getwijfeld. De heer VAR AS wenscht eerst oen zinsnede uit het Rapport der Commissie te rcctificccren. Indcr Hoofdstuk VII-16, 6c alinea van onder staat; "Dit Gemeentebestuur zou gezegd kunnen hebben: Wij lccncn U niet cn gij kunt dus geen rechten laten gelden bij de Gemeente". Dit moet zijn: "Dit Gemeentebestuur zou gezegd kunnen hebben: V/ij kennen U niet en U zoudt dus geen rechten kunnen laten gelden" Vervolgens dankt spreker den Voorzitter voor het opvolgen van zijn wenk inzake het maken der notulen door een anderen ambtenaar dan gewoonlijk. Vervolgens vestigt spreker er de aandacht op, dat het uit een oogpunt van kiesheid en vrijheid, wcnschelijk is, dat de heer Ver- linden de vergadering verlaat. Spreker is er zich echter van be wust, dat hier geen verplichting kan worden opgelegd. Do heer VAR A3, Voorzitter van do Commissie ad hoe leidt nu de besprekingen als volgt in: Net precies zooals ik vermoed heb, wordt er gesproken over het Rapport, zonder dat men zich behoorlijk heeft ingewerkt. Ilen sleept er zoowai kleine en nevenzaken bij om zoodoende de groote lijn los te laten. De eerste poging om een bros te schieten in het werk van de Commissie was van de Nationale Bank. De tweede poging was de schending van het vertrouwen. De derde poging is van den Voorzitter van dezen Raad, voor het Hof te s-Hertogcnbosch. Al die pogingen zijn even bruut als die van een kind dat tegen z n vader zou zeggen "licht je boeren pooten wat op". En nu is er ten slotte een soort trommelvuur gericht op ons werk doch de uitwerking ervan is nihil. De Commissie spot net al die aanvallen evenals het Ravelijn dat deed met de Franschc ka nonnen. Ook de publieke opinie is bewerkt cn wel speciaal met het smoes je, dat een onzer Wethouder wonschte te worden. Ilc voor mij zou zoo gaarne de verklaring afleggen dat ik zulks niet wensch. Doch is het wel noodig de zaken in die belichting te brengen De groote meerderheid van den Raad heeft ons met deze zware taak belast; laat men nu ook de consequentie aanvaarden van ons onderzoek even objectief, als de Commissie haar bevindingen in het Rapport verzamelde. De Commissie heeft geen vijanden gespaard doch ook geen vrien den. En ik geef den Raad de heilige verzekering dat het ons leed heeft gedaan een toestand te moeten aantreffen waarbij zeer hoog- stc.ande cn goede vrienden moesten worden gesignaleerd.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1926 | | pagina 41