De Commissie kan echter falen,en ieder lid heeft het recht, ik als Voorzitter den plicht, er voor te zorgen dat ieder l:'d met gelijke kennis kan oordeelen als de Commissie zelf. Nu ik toch aan het woord hen,en mijne meenxng heb gezegd waarom ik de bescheiden heb opgevraagd,wil ik deze gelegenheid gebruiken om te komen tot den brief van den heer Juten in het geval van de Natobank,en gelijktijdig kom ik daarbij aan de schending van de ver trouwelijkheid. De heer Juten heeft bij voorbaat reeds gezegd,dat hy op dit onderwerp niet zal ingaan en daarop niet zal antwoorden en hy heeft medegedeeld,dat ik,wanneer ik met hem daarover iets te bespre ken heb,me kan vervoegen aan zijn partóiculier adres. Ik wil wel zeggen dat ik aan de vriendelijke uitnoodiging van den heer Juten geen gehoor zal geven,aangezien ik geen tijd en gelegenheid heb om bij ieder raadslid over een aangelegenheid waarover ik met hem van meening verschil,bij hem aan huis te komen spreken.En dat zal men toch ook wel niet vorderen. De Voorzitter heeft met de leden van den Raad over Raadsaangelegenhedèn te spreken in een vergadering van dnn Raad. Nu wil de heer Juten het wel den schijn geven alsof dit een_ particuliere aangelegenheid is,doch daarmede ben ik het met hem niet eens. Indien dat het geval was,zou het zijn een aangelegenheid tus- schen Adriaan Juten en Stulemeijer. Maar zooals de heer Juten de zaak stelt is ze niet. De heer Juten schrijft niet aan den heer Stulemeijer maar aan den Voorzitter van den Raad en hij onderteekent niet zonder meer Adriaan Juten,maar hij voegt daar aan toe: Lid van den Raad. Bovendien heeft de heer Juten in dien brief enkel en alleen gesproken over gemeentelijke aangelegenheden,n.l.het zenden van een schrijven in een enveloppe van het Gemeentebestuur waarop "vertrouwelijk». Ik wil voor de goede orde het schrijven van den heer Juten voorlezen. Het luidt als volgt: "Den Heer Voorzitter van den Gemeenteraad alhier. Zaterdag 9 Januari j.l.ontving ik een gesloten enveloppe van het gemeentebestuur van Bergen op Zoom waarop vermeld "vertrouwelyk" Deze enveloppe gaat hierbij ongeopend aan Uw adres terug,aangezien mij de vertrouwelijke inhoud reeds in geuren en kleuren werd mede gedeeld in de barbierschool vooraleer de "vertrouwelijke" brieven den Raadsleden waren uitgereikt. Het was mij reeds bekend dat het "vertrouwelijk Rapport" in handen was van de Natobank; volgens hare verklaring was het haar geworden van particuliere zijde. De Natobank maakt van de kennis van dit rapport reeds thans gebruik een gedeelte dat haar aanbelangt over te doen tikken,daarop een an tv/oord gereed te maken en dat antwoord toe te zenden aan den Voorzitter van den Raad. Dit antwoord wordt door den Voorzitter van den Raad niet al leen aanvaard,maar van zooveel belang geacht,dat hij meent dit ver trouwelijk den Raadsleden te moeten toezenden met een soort veront schuldiging dat het rapport vanwege particuliere zijde aan de Nato bank is verstrekt. Door deze handeling word ik in mijn vermoeden versterkt wie die zekere particuliere zijde is,die het godrukte rapport de Nato bank heeft verstrekt. Ik meen dat het voord "vertrouwelijk" alleen gebruikt wordt om de raadsleden aan banden te leggen,terwijl anderen daar niet aan gehouden kunnen worden,waardoor misbruik kan ontstaan. Ik acht my door de handêlingen van U als Voorzitterdie een antwoord van de Natobank uit een vertrouwelijk rapport aanvaardt 'en blijkbaar er mee instemt,niet meer aan het vertrouwelijke gebonden. Hoogachtend, Adriaan Juten. Lid van den Geneenteraa Wat is dus het geval? De heer Juten zendt een aan hem geadresseerde gesloten enveloppe waarop vermeld "vertrouwelijk" van het Gemeentebe stuur, gesloten aan den Voorzitter met oen begeleidend schrijven terug. En uit dat begeleidend schrijven moet de reden blijkeh van de terug zending. Als eerste reden schrijft hij: Deze enveloppe gaat hierbij onge opend aan Uw adres terug,aangezien mij de vertrouwelijke inhoud reeds

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1926 | | pagina 12