35.
kent men de waarde niet der innerlijke overtuiging,die zoo krach
tig kan zijn juist om haar rechtvaardigen oorsprong. Ik kan me
zoo indenken,dat de strijd voor de tegenpartij veel zwaarder moet
zijn juist om haar viezen oorsprong,die elk geweten bezwaren moet-r
En wilt gij nu, dat wij den stri jdbi jldien ge ons zelf in handen
hebt gegevenzullen neerleggen? Hen vergist ge U in onze energie.
Wij zullen den strijdbijl neerleggen eerst dan, als de overwinning
volkomen is.En niet eerder.
En als men het schip der gemeente wil laten varen met dezelfde
bemanning, zoowel ambtenaren als bestuurders,dan waarschuw ik wel,
kom niet in ons vaarwater,want wij hebben geen reppect voor hen,
die onze belasting verteerden en aan onze welvaart knaagden.
Zoodra gij aan onze zijde staat, zal onze koers zonder stoornis
dezelfde zijn in Vrede en vriend schap.Poch kom ons niet aan boord,
met geen enkel persoon,dien wij hebben gemeend te moeten rappor-
teeren,want de strijdbijl zal worden opgevat. Wij vreegen den
strijd niet,omdat het recht aan onze zijde is. En met vreugde
plant ik de banier op de verorerde veste.Geen kogel heeft ons
Rapport geraakt en de moreele overwinning is aan onsi
De heer VERLINDEN wil niet diep op de slotrede van den Voorzit
ter van de Commissie ad hoe ingaan,het zou te veel eer zijn.
Spreker wil slechts den Voorzitter van de Commissie ad hoe ver
zoeken de woorden,welke hij hier gezegd heeft,gedekt door zijn
onschendbaarheid als Raadslidbuit en den Raad te herhalen, op
papier te zetten en te onderteekenen,n.ldat de getoonde quitan-
ties van den Kunstkring zijn,de verdwenen quitanties van het
ontvangerskantoor .Spreker verzoekt hem dit te doen en dan zal het
Gerecht wel uitmaken,welke laster wederom naar zijn hoofd geworpen
wordt
Spreker blijft er bij,dat hij die belasting onwetend niet heeft
betaald.Maar dat spreker een deel van die belasting dubbel heeft
betaald, staat bij hem vast .Regelmatig werd sprekers belasting
verrekend met zijn mandaat aan het einde van de drie maanden.Eén
kwartaal heeft het niet plaats gevondenSpreker heeft tenminste
op eerste aanmaning betaald,maar hier in de vergadering zit een
lid, dat thans nog niet betaald heef t .Spreker zou willen vragen aan
den Voorzitter van de Commissie ad hoe,wat hij er van zou zeggen,
wanneer er iemand hier in den Raad is, die steeds,wetens en willens,
voor de Rijks Inkomstenbelasting aangifte doet van een belastbaar
inkomen van f2000,terwijl hij in werkelijkheid een inkomen heeft
van f.7000. Die persoon teert reeds jaren lang op do centen van
de belasting betalende burgers.Dat is niet van 1 jaar,maar dat
is van jaren her.
Spreker zal het hierbij laten, of schoon hij er veel aan zou
kunnen toevoegen .Wanneer de Ee re raad., welke niet door hem zal wor
den gekozenmaar zal worden aangewezen door hoogstaande porsonen,
uitspraak zal hebben gedaan, dan zal spreker zich naar aanleiding
van deze uitspraak beraden,wat hem te doen staat.Tot zoolang
echterzal spreker op zijn zetel blijven met opgeheven hoofd.
De heer WALDER merkt op,dat de Voorzitter in de vorige vergade
ring heeft gezegd,dat hem door den heer Verlinden was verklaard,
dat zijn administratie voor de belasting zorgde en nu zegt de heor
Verlinden weer,dat zijn belasting om de drie maanden werd afge
houden. Klopt dat nu,vraagt spreker?
Do heer LAURET brongt een woord van hulde aan dd Commissie ad
hoe voor het zeer omvangrijke werk,door haar mot groote bescheiden
heid en opoffering verricht.Alhoewel spreker niet met allo getrok
ken conclusies accoord kan gaan,meen; spreker toch wol, dat het werk
van de Commissie ten voorbeeld kan worden gesteld voor hoel Neder-
1 and
Spreker meent verder,dat het niet moeilijk zijn zal een onaan
vechtbare aanklacht tegen den ex-ontvanger in to dienen.Wat het
uel ast ingb et alen door den heer Verlinden betref twijst hij er ook
op,dat z.i. door den heer Verlindon in eerste instantie een andere
verklaring is gegeven dan thans. Ten slotte herinnert spreker er
aan,dat hij indertijd simpel gevraagd hoeft: in hoeverre trêft het
Dagelijksch Bestuur schuld? Toen kreeg spreker een schamper ant
woord; thans constateert de Voorzitter: de ambten aren,het Dagolyksch
Bestuur on de Raad zijn schuldig.