32. Sprokor stolt do volgondo motie voor; "De Eaad van Borgon op Zoom in openbare vergadering bijoen op "12 Maart 1926; Gehoord de besprekingen in verband met de uitgebrachte rapporten; Overtuigd van de nalatige slordigheid en het schuldige plichts verzuim van het Dagelijksch Bestuur in de jaren 1919-1923; Overtuigddat de zorg van Burgemeester en Wethouders voor de "rechtmatigheid van het door hen gevoerde financieel beheer leidt "tot een daadwerkelijke aansprakelijkheid 11 Wenscht,dat bedoeld Dagelijlisch Bestuur in rechten zal worden "aangesproken voor de tekortenwaarvan zij kennis droegen; En gaat over tot de orde die volgt." De VOOBZITTEB zegt, dat deze motie niets anders is dan een slag in de lucht en wel om twee redenen.Ten eerste omdat het Dagelijksch Bestuur en ieder lid afzonderlijk niet civiel- of strafrechtelijk aansprakeli jk kan worden gesteld voor de tekorten, die ontstaan zijn, doordat zij hun plicht als bestuurders niet naar behooron heb ben vervuld, en ten tweede omdat er in de motie staat "tekorten waarvan zij konnis droegen". Zijn eerste stelling wil hij illustreeren met een voorbeeld. In 1903 diende voor de rechtbank te Botterdam een aanklacht tegen den Burgemeester van Schiedam,daar men hem aansprakelijk en ver antwoordelijk wilde stellen voor de tekorten in de kas van den gemeente-ontvanger .De rechtbahk heeft,na in deze zaal: de partyen gehoord te hebbenuit spraak gedaan, dat voor tekortkomingen van be stuurders in hun administratief rechtelijke verplichtingendeze niet civiel-recht el ijk aansprakeli jl: konden wordon gestold.Men zag zich genoodzaaktzich bij dit vonnis neer te 1 eggenSpreker ver onderstelt datwanneer do motie eventueel zou worden aangenomen, zij toch nog geen gevolg zou hebben. Maar bovendien,de uitvoering van die motie zou zijn aan den Burgemeester .En die zou eerst moeten aantoonendat het Dagelijksch Bestuur van dien tijd kennis droeg van de tekorten.Dfet is een zware en moeilijke bewijslast .Om deze redenen acht spreker het niet gewenscht een dergelijke aanklacht bij de rechtbank aanhangig te maken. De heer VAN AS meent, dat men wel zal begrijpendat hij de motie wei-overwogen heeft ingediend.Hij heeft daarbij vastgehouden, aan hetgeen van Loenen zegt over daadwerkelijke aansprakelijkheid wegens gevoerd financieel beheer. Spreker wijst er op, dat de Baad ook iemand uit zijn midden kan aanv/i jzendie in deze als beschuldiger optreedt .Vast staat voor zonder vooroordeel het Bapport van de Commissie ad hoe ee t gele sen, dat in dit Bapport feiten-materiaal genoeg zit om aan ^°°nfnbestuur van die dagen schuldig is. Spreker is niet laoende op de hoogte met het wetboek van strafrechtdat brengt zijn taal: niet mede,maar hij heeft aangetoond do schuld on de I o 11 en De VOORZITTER wil don heer van As even antwoorden in verband met e aansprakelijkheid van het Dagelijksch Bestuur.Er is volgens spreKer,m het geheele rapport aer Commissie en ook in het rapport an ue accountants niet aangetoonddat er door Burgemeester en V/et» nouners uitgaven bevolen zijn,waardoor de begrooting werd over schreden.En voor overschrijding der begrootingsposten zijn Burge mees er en Wethouders verantwoordenjk.Er is ook geen kwade trouw aangotoond en uit dien hoofde kunnen Burgemoestor en Wethouders niet wordon aangesproken. koer VAN AS 2egt to rochter plaatse te zullen aantoonen, dat zulks weluit de rapporten blijkt. De heer van As spreekt nu als volgt; "Ik wil nog een enkel woord naar aanleiding van het groote werk, dat de Commissie hier J®8}; gGPJcsteord voor de nabije toekomst.Of wij er iets mede bo- nnryi 9 "on, zal de toekomst ons loeren.Vast staat echter,dat de e hand gelegd heeft op de rotte plokkenwelke er waren imn 1 i°ol beheer dezer gemeente. 2S '*"n kpt- goweer!" dat is het wachtwoord geweest voor allen, oinrin0 ~/?Qralssle hiet voor vol hebben aangezien. Doch nu wo aan hot Z1jh gekomen van de behandeling der rapporten,blijkt maar al

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1926 | | pagina 109