23.
Thans kont aan do ordo do af dooling GomoGnto-financion
Do hoor VAN AS zo&t dat dozo afdooling niet alleen volgons do
Comnissio,naar ook volgons den accountantin oon zoer troebolen
toestand vorkoort.
In Hoofdstuk V-IIÏ-5 schrijft do Commissie! ''Door eon nalatig
heid van do of dooling financiën hooft do bouwver eeniging St.Josoph
f.l35Ö.~ to weinig botaald. In dienstjaar 1922 word in hot rokonin-
gonhook van dio afdooling door den ontvanger bijgoschrovon op bldz.
195, f3,1T24921wen daad,waartoe do ontvanger niet'gerechtigd
was en van welke daad men op die afdooling kennis droog.
Do parafeering trekt de Commissie zoer in twijfel.Het mandaat
daarop betrekking hebbende,werd eveneens door den ontvanger ge
schreven. Dergelijke onrechtmatige daden,die het financieel gedoel-
to zeer in de war stuurden,heeft de Commissie verschillende malen
geconstateerd
Uit hetgeen do Commissie over deze ofdeoling heeft gerapporteerd
moge blijken, dat men op die af deeling maar kon doen wat men wilde.
Men is op deze afdeeling in gebreke gebleven zijn ambt naar bc-
hooren te doen.Het gaat niet ann om deze quest ie naar zonder moer
te laten passeoron.Spreker is dan ook van plan een motie in te
dienenSpreker is van meening dat de afdooling financiën duur ge
noeg betaald wordt; men mag dan toch zeker ook wel verwachten dat
men daar zijn plicht doet.Zinledig en nutteloos noemt de accoun
tant het werk van deze afdeeling en de Commissie voegt er aan toe:
gevaarlijk en bedrieglijk.
"Vap de ontvangstenzegt de Commissie op bladzijde 12 van haar
Bapport, «werd in het geheel niets geboekt. Van bedragen ad f.50000
en hooger werd,op bevel van den secretaris, zelfs geweigerd daar
voor een behoorlijke kwijting te verstrekken."
Spreker dient de volgende motie in;
De Baad van Bergéü op Zoom,in openbare vergadering bijeen op 12
"Maart 1926;
Gehoord de besprekingen met de uitgebrachte rapporten:
btuigd van de schuldige nalatigheden van den chef dier af
deling;
Overtuigd van de onbekwaamheid van dien ambtenaar;
Eischt dat Burgemeester en Wethóuders dezen ambtenaar voorbeeldig
zullen straffen met inachtneming van een advies van het Scheids-
ffgerecht;
en gaat over tot de orde die volgt."
Spreker vindt het noodig dat deze hoofdambtenaar zich eens ver
antwoordt over het doen en laten van de afdeoling financiën. Spre-
ker kan het verweer van dezen ambtenaar geenszins accepteeren en
vindt het eigenlijk zaak,dat hij van het tooneel verdwijnt, als
geen andere straf mogelijk is.
De VOOBZITTEB wil iets zeggen over de motie die tegen den chef
van de afdeoling financiën is voorgesteldSpreker wil beginnen net
e zeggen,dat hij voor 95$ onderschrijft hetgeen de heer van As
gezegd heeft en in het Bapport staat over den toestand op de af-
eeling financiën .Maar als spreker dat heeft toegegeven, dan vraagt
hij zich af, of onder de omstandigheden, waaronder bedoelde ambtenaar
neeit moeten werken, onder het regiem dat geheerscht hoeft; of in
verband met het personeel dat ter beschikking was, deze ambtenaar
een zoo groot verwijt kan treffen on hij verantwoordelijk moet
worden gesteld voor den toestand op do afdooling Gemoente-financiön
.Daarmee neemt spreker niets terug van zijn meoning over den toe
stand, doch hij komt speciaal tot de schuldvraag ten opzichte van
dien ambtenaar .Toen de gewezen secretaris ontslagen was,hooft
spreker meormalon met dien ambtenaar over de bestaande misstanden
e° Gr nöG vetband hieldgesproken en spreker heeft ge-
z ga dat, indien spreker in zijn plaats was geweest en onder die
standigheden chef van die afdeoling had moeten zijn,hij nog geen
minuten die betrekking had blijven waarnemenSpreker is zelf in
p-r-o n °°E eens in eon dergelijke positie gewoost.Hij kwam
in ^nS waar j G?n verantwoordelijkheid werd belast,welke hij
d pi i omstandigheden niet dragen kon.Hij heeft toen onmid-
noamwf ^custaaniie ziju omstandigheden het uit financieel
n niet toelieten, de voorwaarden gesteld dat de zaak moest
o orandord en zoo niot,dan zou hij heengaanSproker hoeft