Voorstel om ingevolge artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
te verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor enige gebieden
in de gemeente Wouw, waarvoor tot 1 augustus 1970 de zgn. meldingsplicht
van toepassing is.
Aan de Raad,
Op 1 augustus 1965 is in werking getreden, de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Eveneens trad op deze datum in werking de Overgangswet ruimtelijke ordening
en volkshuisvesting, volgens welke o.m» enige bepalingen in de voorlopige
regeling inzake het Nationale Plan en de streekplannen (Wet van 28 september
1950, Stbl.K 415) nog 5 jaren na de inwerkingtreding van bedoelde Overgangs
wet (i.Co tot 1 augustus 1970) van kracht blijven,.
Deze bepalingen hebben betrekking op de zgn. meldingsplicht.
Op grond van het bepaalde in artikel 29 van de hiervoor aangehaalde voorlopige
regeling inzake het Nationale Plan en de streekplannen, is namelijk ieder,
die het voornemen heeft om binnen de gebieden, welke door de Minister
van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening daartoe zijn aangewezen, enig
werk uit te voeren, verplicht om hiervan tijdig tevoren mededeling te doen
aan de Directeur van de Rijksplanologische Dienst. Tegen de uitvoering van
deze werken kan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
dan eventueel bezwaar maken.
Bedoelde aanwijzing heeft plaats gehad bij besluit van de Minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 31 mei 1)68 afd.R.P.D. nr. 82
en had, voor wat de gemeente Wouw betreft, betrekking op het bosgebied
van de Wouwse Plantage alsmede het zgn. Pottersbos, gelegen onder Moerstraten.
Aangezien de zgn. meldingsplicht op 1 augustus 1970 dus vervalt vormt de
vaststelling van een bestemmingsplan ingevolge de Wet op de Ruimtelijke
Ordening de enige mogelijkheid om beschermende maatregelen te treffen
voor belangrijke natuurgebieden.
Thans is gebleken, dat de procedure voor het ontwerpen van een zodanig
bestemmingsplan niet tijdig kan worden aangevangen, zodat wij U voorstellen
om te verklaren, dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor enige
gebieden in de gemeente Wouw.
Het betreft hier dezelfde gebieden, als die welke zijn aangewezen door de
Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening bij zijn besluit
van 31 mei 1968, afd.R.PoD.nr. 82 en wel het bosgebied van de Wouwse
Plantage alsmede het zgn.Pottersbos.
Een dergelijk voorbereidingsbesluit houdt o.m. een verbod in om binnen deze
gebieden bepaalde werken of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in
afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders
(de zgn. aanlegvergunning)
Een concept—besluit met de daarbij behorende situatietekening ligt ter
inzage.
Wouw, 2 2 JUNi 1970
Burgemeester en Wethouders van Wouw
de Secretaris
de Secretaris, de Burgemeester,