- 134 -
Gemeente Etten-Leur
Notulen van dè openbare vergadering van de raad der gemeente Etten-Keur
van maandag, 26 september 1977, des avonds om half acht in het raadhuis.
Aanwezig: mr. F.J.M. Houben, voorzitter
L.J.M. de Bruijn, wethouder
A.A.W. Luijkx, wethouder
T.C. Vermeulen, wethouder
A.J. Klep, wethouder
alle raadsleden, met uitzondering van de heer Lucassen
A.P. Snijders, secretaris
W.H.G. Nijs, notulist.
1. De voorzitter opent de vergadering met gebed, verwelkomt de leden en
deelt mede, dat bericht van verhindering werd ontvangen van de heer
Lucassen. Als voorstemmer wordt hierna aangewezen nr. 9 van de presen
tielijst, de heer van der Lee.
2. De ontwerp-notulen van de raadsvergadering van 17 augustus j.l. worden
hierna zonder op- of aanmerkingen vastgesteld.
Naar aanleiding van de ontwerp-notulen van 29 augustus merkt de heer
Fransen op, dat op blz. 119 vermeld wordt, dat zijn fractie in 1974
werd uitgenodigd voor een vergadering van de Partij van de Arbeid.
Dit was echter geen vergadering van deze politieke groepering, maar een
vergadering, uitgeschreven in verband met de zetelverdeling voor de
wethouders
Verder deelt de heer Fransen mee, dat op blz. 130 onderaan vermeld staat:
"De heer Fransen zegt hiermee accoord te gaan. Hij hoopt, dat de com
missieleden zich dit ook zullen herinneren." Dit zou moeten worden ver
anderd in: "Hij hoopt, dat de commissieleden zich dit ook te zijner tijd
zullen herinneren."
De voorzitter stelt hierna vast, dat ook de ontwerpnotulen van deze ver-
gadering, uiteraard met inachtneming van de opmerkingen van de heer
Fransen, zijn vastgesteld.
3. Alvorens over te gaan tot de behandeling van dit agendapunt deelt de
voorzitter mee, dat voor de aanschaffing van de reinigingsauto nog
geen nieuw voorstel op de agenda is verschenen, omdat dit eerst nog
in de commissie behandeld moet worden.
Naar aanleiding van het ter inzage liggende verslag van de verga
dering van de commissie openbare werken merkt de heer Fransen op, dat
daarin over de aanbesteding bouwrijpmaken de Grient, door een der
ambtenaren werd opgemerkt, dat bij aanbesteding van het werk, het tiiet
altijd zeker is, dat de laagste inschrijver het werk toegewezen krijgt.
Dit bevreemdt hem. Verder is hij het ook niet eens met het uitnodigen
van aannemers voor het prijs maken, terwijl daarna pas wordt nagegaan
of de betreffende aannemers "solvabel" zijn. Hij heeft bezwaar tegen
deze handelwijze, maar bovendien tegen het woord solvabel Dit
betekent n.l. het kunnen betalen, terwijl het bij de gunning gaat om de
credietwaardigheid van de aannemer.
Wethouder Luijkx geeft toe, dat er in dit verslag zinnen staan, die
misschien anders gesteld zouden moeten worden, terwijl hij het eens
is met de opmerking, dat het doorlichten van de aannemers in een vroeg
tijdig stadium dient te geschieden.
III
dH