- 125 -
een aanvullende subsidie te geven voor een hulpkracht. Zij meent, dat
het aanstellen van een dergelijke kracht alleszins verantwoord is.
Wethouder Vermeulen zegt, dat hem deze gegevens niet bekend zijn,
dat hiernaar: geïnformeerd zal worden, en dat dit dan, met toestemming
van de raad, alsnog in de thans voorliggende begroting zou moeten
worden opgenomen.
Mevrouw Zuijwijk zegt, dat dit juist de reden van haar opmerking
is, omdat enkel daardoor de mogelijkheid geschapen wordt om, eventueel
dan in 1978, in de aanstelling van deze zo noodzakelijke hulpkracht
te voorzien.
De voorzitter stelt voor om deze begroting goed te keurem en tevens
te besluiten, dat, als het ministerie van C.R.M. bereid is tot subsi
dieverlening, de raad in principe accoord gaat met een begrotingswij
ziging in verband met het aanstellen van een administratieve hilpkracht.
Hierbij zullen dan de gemeenten Rijsbergen en Zundert ook betrokken
moeten worden, waarna de raad alsnog de gelegenheid krijgt om de
exacte hoogte van het bedrag vast te stellen.
Mevrouw van Bezooijen heeft moeite met dit voorstel en zou graag
zien, dat de stichting met een hernieuwde subsidieaanvraag zou komen.
Dat heeft met de goedkeuring van deze begroting niets te maken.
De heer van Kuijck zegt een dergelijk bedrag liever toe te wijzen
aan de besturen van de bejaardenverenigingen als een tegemoetkoming
in de administratiekosten. Daar zijn mensen, die het werk, dat men
thans aan een dergelijke kracht wil opdragen, er graag bij zullen
willen nemen.
Wethouder Vermeulen zegt, dat dit een principieel punt is en dat
het juist niet de bedoeling van het ministerie is om voor vrijwilli
gerswerk subsidie te verlenen.
De heer van Kuijck zegt van oordeel te zijn, dat de heer Jansen
dit werk er dan maar bij moet doen. Als de bejaardenverenigingen een
hogere subsidie hadden gekregen, dan hadden-ze niemand nodig gehad
en waren ze net zo, of nog meer, tevreden geweest als thans en zou
het voor hen veel gemakkelijker werken zijn. Hij gelooft, dat als deze
verenigingen thans nog eens zouden moeten beslissen over deelname aan
het gekoördineerd bejaardenwerk, zij daar dan beslist niet meer aan
mee zouden werken.
Wethouder Vermeulen merkt op, dat de koördinator de "werker in 't
veld" is en een zware taak heeft, die steeds toeneemt, en absoluut
geen tijd heeft voor administratieve werkzaamheden. Verder zijn de
bejaardenverenigingen van meet af aan betrokken geweest bij de opzet
en ontwikkeling van dit werk. Een dergelijke kritiek achteraf acht hij
niet op zijn plaats.
De voorzitter maakt een eind aan de discussie en stelt voor om te
besluiten overeenkomstig het voorstel, met dit verstande, dat indien
C.R.M. subsidie zal verstrekken voor een part-time administratieve kracht
daarmee in de raad zal worden teruggekomen met een begrotingswijziging
en dat de raad niet ongenegen is om een dergelijke administratieve
kracht mede te subsidiëren, natuurlijk afhankelijk van de hoogte van
dit bedrag.
Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
5b. Op gelijke wijze wordt besloten tot wijziging van de gemeenschappe
lijke regeling "Woonwagenschap Breda".
6. Overeenkomstig voorstel van burgemeester en wethouders en advies van
de commissie voor financien wordt zonder hoofdelijke stemming besloten
tot het aansluiten op het electriciteitsnet van twee panden in het
landelijk gebied (Het Windgat).
Naar aanleiding van de mededeling van de voorzitter, dat dit een
historisch besluit is omdat het hier de laatste panden betreft, die