- 59 -
- de aanleg van parkeerplaatsen in diverse woonwijken;
- de aanpassing en uitbouw van een centrale begraafplaats;
- het gemeentelijk aandeel in de aanleg van een gewijzigd tracé voor
de provinciale weg Zevenbergen - Etten-Leur (Rijsbergen)indien en
voorzover dit object als gemeentelijk infrastructuur object aanvaard
wordt;
- het aanbrengen van voorzieningen in het oude woningbestand;
- sanering in het gebied Pas Buiten - Groenstraat in Noord;
Tot slot wordt op bi.1 lage VII A nog een overzicht gegeven van de
gemeentelijke investeringen per 1 januari 1960, 1970, 1972, 1973 en
1974. Hieruit blijkt o.m., dat de totale gemeentelijke investeringen
per inwoner op 1 januari 1974 3«795,meer dan tweemaal zo hoog
waren dan op i januari 1960. Door de snelle toename van het aantal
inwoners blijft verhoudingsgewijze het totale investeringsbedrag per
inwoner op een constant niveau.
Een ander aspect van de financiële administratie is de automatisering.
Per 1 januari 1973 is sen nieuwe administratiemachine in gebruik
genomen. Hierdoor kon begonnen worden met de verdere automatisering
van de huidige administratie terwijl in een verder stadium tevens deze
machine aangewend kan worden als invoermedium voor verwerking van
gegevens op de grote computer in het automatiseringscentrum Breda -
Tilburg. De gemeente heeft zich daartoe aangesloten bij het Samen
werkingsverband Automatisering Overheidsadministraties in Midden-
en West Brabant. Thans worden de volgende administraties op mechanische
of automatische wijze vorwerkt:
bevolkingsadministratie waaronder het kiezersregisterleeftijdsopbouw,
dienstplichtadministratie, Sotu-onderzoek e.d., de salarisadministratie
voor het gehele personeelsbestand, de woninghuren van zowel het woning
bedrijf als de woningvereniging, de belastingadministratie waaronder de
straatbelasting, rioolbelasting, hondenbelasting en reinigingsrechten,
voorts de voortuinadministratie, het centrale antennesysteem, de
leerlingenadministratie van St. Frans, de uitkeringsadministratie van
de diverse bijstandsregelingen en tot slot de financiële administratie
van de algemene dienst.
Plaatselijke belastingen en retributies.
De gemeentelijke belastingen in Etten-Leur brachten in 1973 2.037.500,
op, (1971 1.276.000,—; 1970 1.044.000,—). De gedetailleerde
opbrengsten zijn op bijlage VII C vermeld.
In 1972 werd begonnen met de heffing van een baatbelasting tot gedeeltelijke
dekking van de jaarlijkse lasten, voortvloeiende voor de gemeente uit het
ruilverkavelingsplan "Haagsche Beemden", ongeacht de gemeentelijke onder
houdskosten van het wegennet in dit plan. (opbrengst 32.693, De
stijging van het prijspeil in het algemeen en van de uitgaven van de gemeente
in het bijzonderhebben geleid tot beperkte verhogingen voor de verschillende
belastingtarieven voor 1974, dit in aansluiting op de hierover aan rijkswege
voorgedragen minimumnormen.
Thans wordt in Etten-Leur in totaal aan rioolbelasting en rioolafvoerrecht
gemiddeld 57,geheven. Van rijkswege wordt voor financiëel zwakke
gemeenten aangedrongen op heffing van een totaal aan ricolbelasting en/of
rioolrachten van gemiddeld 150-»per woning, indien een volledige zuiverings
installatie in gebruik is, zoals in Etten-Leur het geval is. Ingaande 1974
wordt deze installatie aan het waterschap West-Brabant overgedragen. Dit
had tot gevolg, dat de gemeentelijke rioolafvoerrechten verlaagd konden