- x d ansa n eg - c ne ,is; r'xd r. *ia - 116 tt hier in Etten op het paard geholpen. U hebt geen enkele reden om s-euriefd te zijn tegen de gemeente. Laten er details geweest zijn, waarin Uw zin niet hebt gekregen, dan mag dxt nog geen reden zijn om dergelijke brieven te schrijven. Dit zijn brieven waarmee U iedereen op de kast jaagt, al is het alleen maar door de toon daar van U bent altijd door dit college van burgemeester en wethouders, door deze gemeenteraad en de vorige op een behoorlijke, ja meer dan behoorlijke manier geholpen, dat zult U niet kunnen ontkennen». Wartst de heer Willemse te kennen geeft hier verder met meer over te willen praten zegt de voorzitter, dat thans voorligt een brief van gedeputeerde staten aan de raad om advies in deze kwestie en de raad zal op een of andere manier zijn gedachten over deze kwestie tot uiting moeten brengen. Het is dus ook van belang, dat de rest van de 7ich. ui"fcspi*© De heer Duijnstee zegt het niet eens te zijn met de handelwijze van de heer Willemse. Dit om verschillende redenen, die de voorzitter if zoiuist heeft verklaard. Ook de overtreding van artikel 26 kan hii niet beamen. Hij gelooft dat wanneer misschien, met de nadruk op laatste woord, dit artikel zou zijn overschreden, wethouder Pijs nog niet zit te gillen over deze 160,— per jaar oogstderving en dat hij daarnaast een cultuurverbetering, waarvan nog niet eens ker is dat dit die naam mag dragen, op de waagschaal zal stellen. TrÏÏien dè raad zich hierover moet uitspreken meent hij, dat dit het beste kan gebeuren in de vorm van een motie van afkeuring t.a.v. de handelwijze van de heer Willemse. De formulering van deze motie zou dan kunnen luiden: "De raad der gemeente Etten en Leur; m openbare vergadering bijeen; snreekt zijn afkeuring uit over de handelwijze van de heer Willemse, relke blijkt uit zijn brieven, gericht aan gedeputeerde staten en gaat over tot de orde van de dag". Hiermede hoopt hij dan, dat aan deze zeer onaangename discussie, waarvan hij een wansmaak in de mond krijgt, een einde kan worden ge- De voorzitter zegt, nadat hem blijkt dat deze motie door meerdere leden gesteund wordt, dat hij dit voorstel in stemming wil brengen. Op verzoek van de heer A. Luijkx leest hij hierna het betreffende verzoek van gedeputeerde staten voor. De heer Aalbers vraagt of burgemeester en wethouders bereid zijn om de in het verweerschrift van burgemeester en wethouders de staande notitie t.a.v. de commissie Openbare Werken terug te nemen. Ook de heer Braat is van oordeel, dat deze commissie gerehabili teerd dient te worden. Omdat de meerderheid van de leden van deze commissie zich uitdrukkelijk van alles wat de heer Willemse tot heden toe gepresteerd heeft distancieren. De voorzitter zegt dat we, om het niet te ingewikkeld te maken, deze motie in stemming brengen en burgemeester en wethouders dan in een begeleidend schrijven dit gevoelen van de raad alsnog mededelen aan gedeputeerde staten. De heer Aalbers gaat hiermede accoord, maar vraagt dan verder enige clementie voor het feit, dat hij blanco zal stemmen, omdat hij in deze kwestie een zeer moeilijke positie inneemt. Overigens hebben burgemeester en wethouders eerder in deze vergadering al een motie van vertrouwen van hem gehad. De voorzitter wijst erop, dat, indien de heer Aalbers blanco stemt, hij de indruk opwekt, dat hij instemt met de beschuldigingen aan het adres van wethouder Pijs. Overigens merkt hij op, dat de heer Aalbers zich eerder in de vergadering tot hem persoonlijk heeft gewend en niet tot het college. IJ J i j. j r v - X X OS lisO'i- i o i f t - i - 3V - -■ rn O Q f/" ~T~

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1959 | | pagina 269