O f) -as ,i. ~!TI -24- Spreker stelt prijs op deze toelichting om daarmede de eerder gedane beschuldigingen goed te maken. Of al dan niet een dekvloer is aangebracht kon niet meer worden geconstateerd. Dit was overi gens in het bestek ook niet vereist. Wel stond daarin dat overal 15 cm dekzand moest worden aangebracht. Spreker verzoekt voor de toekomst in het bestek een bepaling op te nemen, dat een dekvloer van beton van 3 cm. dikte moet worden aangebracht. Dit zal per woning ongeveer 15," duurder uitkomen, maar het rotten der vloeren wordt daarmede dan voorkomen. De heer van Kuijck deelt mede, dat men in een der woningen aan de Ruusbroecstraat thans al reeds door de vloer is getrapt. De voorzitter antwoordt, dat dit bekend en onderzocht is. De oorzaak hiervan lag bij een hoeveelheid cement, dat tussen de voe- gen was gegooid. In dit geval denkt men aan sab\otage van enkele ontslagen metselaars. De aannemer heeft deze kwestie tot genoegen van gemeente en bewoners opgelost. De heer van Steen zegt verheugd te zijn, dat het onderzoek, dat n a v een door hem geuite klacht door bovengenoemde heren is in gesteld, zo gunstig is uitgevallen. Hij meende deze kwestie inder tijd in'het gemeentebelang te hebben moeten aansnijden, maar is thans tot de ontdekking gekomen terzake verkeerd te zijn voorge licht. Het spijt hem, dat hij door het uiten van deze beschuldi ging de betreffende aannemer misschien in diens goede naam heeft aangetast. Door het aanbieden van een openbaar excuus hoopt hij deze aannemer te rehabiliteren. De heer van Ginneken vraagt of in de toekomst de leden van de commissie van financiën niet eerder op de hoogte kunnen worden gesteld van datum en uur der commissievergadering. Dit vooral met het oog op het beleggen en bijwonen van andere vergaderingen en bijeenkomsten. Daar hij dit pas 3 dagen tevoren wist heeft hij in de laatste commissievergadering ook niet tegenwoordig kunnen zijn i.v.m. het bijwonen van een andere belangrijke vergadering. De heer Duijnstee zegt, dat een zo spoedig mogelijk gegeven telefonisch bericht al voldoende is. Ook de heren Braat en C. Luijkx geven blijk van instemming. De voorzitter belooft hiermede in de toekomst rekening te zullen houden. De heer Braat informeert nog eens naar de maatregelen, welke voor de waterleiding achter zijn woning getroffen zouden worden. De voorzitter zegt onderzoek toe. De heer Willemse vraagt, mede namens de industriestichting, om enkele borden te plaatsen, welke naar het industrieterrein ver wijzen. De aanduiding van de op het industrieterrein gevestigde fabrieken op een speciaal bord aan de ingang van het industrie terrein, zoals door hem in een vorige vergadering gesuggereerd, wordt achteraf niet nodig geacht, omdat dit op de betreffende ge bouwen toch al duidelijk genoeg is aangegeven. De voorzitter zegt het hiermede eens te zijn en terzake stappen te zullen ondernemen. Een 2e vraag van de heer Willemse betreft een sterk veront reinigde sloot bij de nieuwbouw van van Kuijck aan de Bisschops Molenstraat. De voorzitter zegt, dat op deze sloot zelfs nog een overstort van de riolering is aangebracht. Naar aanleiding van deze vraag ontspint zich nog een korte dis cussie over de verbindingswegen tussen Bisschops Molenstraat en Etten-Zuid. De heer Willemse meent, dat de weg, waaraan de door hem bedoelde sloot is gelegen in de toekomst de verbindingsweg naar het nieuwe instructiezwembad zal worden. n.y; ji fl B\

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1959 | | pagina 177