Handel
Met de snelle ontwikkeling der gemeente gaat een grotere activiteit op
het gebied van groot- en kleinhandel gepaard, althans wat Etten betreft. In
1958 werden verschillende vfinkels gemoderniseerd en -uitgebreid. De 14 in
aanbouw zijnde galerijwinkels aan het kerkplein in Etten-Zuid van de fa.
Stam zullen in de zomer 1959 gereed komen. Een groot aantal hiervan werden
reeds verkocht. Vijf winkejjs in Ëtten-Oost, die gebouwd worden door de fa.
Bakker, zijn ook reeds allèh verfeocht. Opvallend is, dat onder de kopers
meerdere personen van buitéjn 'de gemeente "worden aangetroffen. De indruk
bestaat wel, dat in enkelejsectohen -zeker niet alle- de plaatselijke
middenstand te weinig oog Ipjeeft voor de nieuwe mogelijkheden, welke de
nieuwe wijken kunnen biedeh en over de te verwachten ontwikkeling in de uit
breiding en in de koopgewoonten van de consumenten.Het gemeentebestuur is
bereid alle medewerking te verlenen om de plaatselijke middenstand en be
langhebbenden hierover zo goed mógelijk voor te lichten, zoals in het ver
leden reeds eerder is geschied. De te verwachten vestiging van een erkende
boekhandel in Etten-Oost betekent de opvulling van een leemte in het winkel
patroon, dat Etten kan bieden. Móge ook de te constateren mentaliteitsver
betering in de service aan het publiek zich in de komende jaren nog verder
ontwikkelen.
Ook ten aanzien van Leur: is hét gewenst de gang van -zaken ernstig onder
ogen te zien. Meer samenwerking, vorming en voorlichting zijn hier dringend
nood.zakelijk. Vo'orzover het in ons vermogen ligt, wi 1 lep wij ook hieraan
onze medewerking,verlenen en zijn wij bereid goede initiatieven op dit
punt te steunen.
Voor het bankiezen in Etten was 1958 een belangrijk jaar; Zowel de bank
van van Mierlo als de Boerenleenbank betrokken in 1958 een fraai nieuw
bankgebouw, terwijl de Rotterdamse Bankmeteen 'verbouwing bezig is, welke
ook tot een waardig geheel :zal leiden.
Land- en tuinbouw.
De cijfers ovêr 1958 geven een vermeerdering van de totale oppervlakte
aan land- en tuinbouw te zien. Dit is te verklaren omdat in;1958 een vrij
groot aantal bedrijven, kleiner dan 1 ha, die producten voor de handel ver
bouwen, voor hetjeerst zijn opgenomen. Voordien was dit niet het geval en
werden deze bedrijven niet geïnventariseerd. Ook is .nu de oppervlakte voor
boomkwekerij-gewassen vermeld.
De arbeidsbezëtting in d;e land- en tuinbouw verminderde met circa 10
De kleinere bedrijven (gezinsbedrijven) geven gemiddeld en relatief een
hoger aantal arbeidskrachten te zien. Wellicht is dit toe te schrijven aan
de naar verhouding grotere aantallen stuks vee op deze bedrijven. Oók de
uitbreiding van de oppervlakte grasland wijst in deze richting. De tuinbouw
teelt nam in het afgelopen jaar weer verder in betekenis toe.
Voor het land- en tuinbóuwonderwij-s wordt verwezen naar het hoofdstuk
onderwijs.
Hier volgen enkele cijfers, welke genomen zijn uit de gehouden landbouw-
tellingen van het centraal bureau voor de statistiek.
mei 1958
mei 1957
iiaei 1956
mei 1955
Oppervlakte cultuurgrond
bebouwd met:
tuinbouw
4,87.23 ha
4.63.21 ha
é.14.59 ha
3.91.36 ha
waarvan
groenten e.d. open grond
3.41.96 ha
3.27.01 ha
2.68.45 ha
pit- en steenvruchten
51 66 ha
5O.29 ha
48.74 ha
klein fruit
93.28 ha
85.20 ha
73.81 ha
tuinb.gew.onder glas
1.03 ha
0.71 ha
O.36 ha
akkerbouwgewassen
16.80.82 ha
17.14.40 ha
17.98.42 ha
18.75.07 ha
gras (wijz.56-57 onbek.
22.10.54 ha
21.13,75
21.13.75
21.13.75 ha
Tot.oppervlcultuurgr
43.78.59 ha
42.91.36 ha
43.26.76^ ha
43.80.18 ha
Correctie v.onderteelt
2.07 ha
10.48 ha
10.48 ha
10.48 ha
Boomkwekerijgewassen
15.15 ha
43.95.81 ha
42.80.88 ha
43.16.28 ha
43.69.70 ha
tot.oppervlgemeente
59.09.00 ha
-55-
Aantal landbouwpaarden (379 bedrijven)
Aantal runderen
Aantal varkens
Aaptal schapen
Aantal hoenders
Aantal land- en
Aantal, melkmachines
(511 bedrijven)
(54-5 bedrijven)
,(10 bedrijven)
(628 bedrijven)
tuinbouwtractoren
mei 58
mei 57
mei 56
mei- 55
506
515
519
580
7988
779-2
7171
7124
2977
39-35
3231
3407
80
59-
59784
57422
59638
49935
88
42
80
Beroepskeuze en emigratievoorlichting.
Hiervoor bestaat een groeiende belangstelling. Ook standsorganisaties
besteden hieraan steeds meer aandacht, terwijl ook bij de ouders van de
leerlingen op de scholen hiervoor een toenemend begrip bestaat. De nog
jonge plaatselijke afdeling van het Interdiocesaan bureau voor beroepskeuze
ontwikkelde ten deze reeds enige activiteit.
In 1957 werden door 8 jongens en meisjes een beroepskeuze advies na voor
afgaande test gevraagd; in 1958 reeds 38.
Wij zijn van oordeel, dat een weloverwogen beroepskeuze juist m onze
gemeente met zijn structuurwijziging en tot dusver sterk agrarische inslag
van het allergrootste belang is. Werkloosheid vindt naast de conjunctuur
toch vaak zijn grondslag in de ongeschooldheid. De voorlichting aan ouders
en leerlingen uit de hoogste klassen der lagere scholen is daarom uitermate
belangrijk.
9
9
9
9
9