IX. Werkgelegenheid.
-50-
1, A. 'Werkloosheid.
Ten aanzien van de werkloosheid onder de mannelijke werknemers in het
gebied van het gewestelijk arbeidsbureau, bijkantoor Etten (w.o. Etten en
Leur, Rucphen en Hoeven), geven wij de navolgende vergelijking over de
jaren 1955 t/m 1958; 32.500 inwoners).
195.5
1956
1957
1958
januari
120?
.856
682
1409
februari
1165
899
490
1496
maart
726
655
393
1412
april
423
603
332
1203
mei
331
197
269
984
juni
226
184
289
786
juli
178
14-9
356
847
augustus
334
i 147
337
854
september
188
75
220
562
oktober
359
47
143
411
november
1011
121
483
615
december
1034
700
1258
1263
7182
4633
5252
11842
Gemiddeld per maand over
hét hele
jaar.:
598
388
438
986
Gemiddeld is dit 10 van de mannelijke beroepsbevolking (voor het
gebied van het arbeidsbureau alhier (Etten en Leur, Rucphen en Hoeven).
(In 1957: 4,7 1950: 11,7
Van het totaal waren eb in 1958 gemiddeld per maand 27 J geplaatst oL
zgn. aanvullende werken.
Uit de cijfers blijkt, dat voor onze omgeving de voorspelling van eind
1957, bat het aantal werklozen in 1958 sterk zou stijgen, werkelijkheid is
geworden.
De vrij sterke daling na juni houdt voornamelijk verband met de tijde
lijk plaatsingsmogelijkheden voor de landbouw en de suikerfabrieken.
Medio januari 1959 was het aantal ingeschrevenen gestegen tot 1300,
d.i. ruim 17 van de mannelijke beroepsbevolking van Etten en Leur, Hoeven
en Rucphen.
1. B. Plaatselijke industriële werkgelegenheid.
Wij laten hierop aansluiten enkele overzichten over de ontwikkeling van
de personeelsbezetting bij de plaatselijke industrieën.
Bij de vóór 194-5 gevestigde bedrijven zien wij een teruggang. In deze
groep is o.a. de Vlasfabriek Zwartenberg uitgevallen met 4-0 man. Overigens
constateren wij ook bij verschillende andere een kleine teruggang m de
personeelsbezetting.
Voor de sinds 194-5 gevestigde bedrijven, verspreid over de gemeente, ligt
het totaal aantal geplaatsten hoger. Dit vindt o. a. zijn oorzaak m het
feit, dat enkele bedrijven sinds kort in bedrijf zijn en dat het aanta
werknemers van de betonfabriek in Leur aanzienlijk is uitgebreid.
-51-
De sinds jan. 1950 gevestigde industrieën op het industrieterrein geven
een toename van 91 arbeidskrachten (67 mannen en 24- vrouwen).
De toename is weliswaar beneden de prognose gebleven, wellicht als ge
volg van de conjuncturele toestand, o.m. door het nog niet in bedrijf komen
van de Antverpiafabriek.
Voor 1959 vierwachten de bedrijven een toename van 275 werknemers.
De schoenfabriek Blenzo verwacht een zeer ruime toename van 150. Dit be
drijf is!voornemens aim tót- een belangrijke uitbreiding te komen. De hui ige
situati-e op de; nationale en internationale markt voor de schöëniniustr.
rechtvaardigt een gunstige prognose.
De personeelsbezetting van Superieur en Blenzo breidde zich uit. ev als
de Schewill bouwplatenfabriek, N.V. Tornado en de Spaarnestad. Behalve u-enzo
overweegt ook Tornado in 1959 een grote uitbreiding te realiseren. Span.. e-
stad isi bezig met de uitbreiding van de inktfabriek, terwijl in het komende
jaar mogelijk de tweede millioenenpers wordt geïnstalleerd.
In de loop van 1958 werden verschillende onderhandelingen gevoerd met be
drijven voor vestiging in deze gemeente.
Een concreet resultaat wérd bereikt met een amerikaans bedrijf, n.l. de
Byron Jackson uit Los Angelos, een metaalbedrijf, waar gereedschappen voor
olieboringen e.d. vervaardigd gaan worden. Het betreft hier grof bankwerk
en vermoedelijk een geschikt emplooi voor de werkkrachten, die de ambachts
school doorlopen hebben. Verwacht wordt, dat dë bouw van de nieuwe fabriek
omstreeks augustus 1959 gereed zal komen.
Enkele bedrijven hebben gronden in optie verkregen voor plannen tot uit
breiding.
De uitbreiding van het industrieterrein vraagt nu reeds nadere aandacht.
De premieregeling voor industriegemeenten, die begin 1958 aanvankelijk werd
ingetrokken, is later voor Rucphen en Etten weer van toepassing verklaard.
Een geheel nieuwe premieregeling staat thans op stapel. Ondanks de zeer
hoge werkloosheid in dit gebied werd het oude ontwikkelingsgebied niet meer
onder de probleemgebieden opgenomen.
Wij vertrouwen echter, dat Etten alsnog ook voor de toekomst als kern
gemeente voor industrievestiging zal worden aangeduid. De onzekerheid
hierover werkt thans belemmerend bij de verdere industriële ontwikkeling
der gemeente.
1. C. Aanvullende werkgelegenheidsobjeicten.
Teneinde de acute werkloosheid te kunnen bestrijden werd machtiging ont
vangen voor de uitvoering van enkele gemeentelijke werkobjecten met extra*
steun uit 's rijks kas.
Als grootste object kan hier worden vermeld het grote ontwateringsplan
in het stroomgebied van de Leurse Haven -dit in samenwerking met Rucphen en
Hoeven- waarover elders in dit verslag nadere bijzonderheden worden vermeld.
Voorts kwam als aanvullend werkgelegenheidsobject in aanmerking en in
middels gereed de stamrioolverbinding tussen het uitbreidingsplan Etten-
Zuid-Oost over de Bredaseweg en door het uitbreidingsplan Etten-Oos.t III
naar het grote stamriool in de Stationstraat.
Tenslotte werd ook machtiging verkregen voor een z.g.n. "duur" object
met structuurverheterend karakter, t.w. een overdekt instructiezwembad,
welk object eind december 1958 in uitvoering werd genomen.
Voor de eerste 'wintermaanden 1959 wordt machtiging voor een nieuw werk
gelegenheidsobject verwacht, waarbij gedacht wordt aan een belangrijk deel
van de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Leur.
Als verdere aanvullende werkgelegenheidsobjecten zijn beschikbaar of in
vergevorderde staat van voorbereiding:
- de verdere afbouw van de rioolwaterzuiveringsinstallatie;
- de verharding van een vijftal landwegen in de gemeente;
- het overkluizingsplan Leurse Haven;
- mogelijk het bouwrijpmaken van een volgend deel van het industrieterrein;
- een stamrioolverbinding door Etten-West.
In de eerste voorbereidingsphase verkeert een sportveldenplan voor Etten-
West