I.
-3-
Gemeentelijke bestuursorganen en gemeentelijk apparaat.
In 1958 vonden gemeenteraadsverkiezingen plaats voor de zittingsperiode
1958 - 1962, waarvan het resultaat op de achter dit hoofdstuk gevoegde
bijlage is aangegeven.
De verkiezingen 1958 brachten vijf andere ingezetenen in de gemeenteraad
voor de periode 1958 - 1962.
Bezien naar de plaats van herkomst of geboorte behoren 7 leden tot de
autochtone en 8 tot de niet-autochtone bevolking.
In de afgetreden raad was die verhouding 9 - 6.
De leeftijden van de raadsleden in zijn nieuwe samenstelling geeft een
gemiddelde van 51,9 jaar.
De 5 afgetreden leden waren gemiddeld 52,2 jaar oud; degenen die hen
hebben vervangen gemiddeld 53 jaar.
Een vergelijking naar de bevolkingsgroepen of beroep tussen de vorige
en de nieuwe raad geeft het navolgende overzicht:
R.K. Ar
beiders
R.K. Land
bouwers
R.K. Midden
stand,vrije be
roepen en midden
groepen
Partij
v. d.
Arbeid
Industriëlen
raad 53/58
5
5
4
1
-
raad 58/62
4
4
6
1
Er werden in 1958 13 raadsvergaderingen gehouden, waarin 325 agendapun
ten werden afgehandeld (1957: 272; 1956: 405; 1955: 350).
De belangrijkste onderwerpen die van de raad een beslissing vroegen zijn
naar onderwerp verspreid in dit verslag opgenomen, toegelicht of gememo
reerd.
Het college van burgemeester en wethouders kwam in 1958 51 maal in
officiële vergadering bijeen (1957: 55; 1956: 52).
In totaal werden 4237 agendapunten behandeld 19574491; 1956: 4180;
1955: 3574).
Ons streven blijft erop gericht om belangrijke problemen of bepaalde
facetten van het gemeentelijke beleid, die zich daartoe bijzonder lenen
-dit is niet steeds het geval- in commissies te doen voorbereiden. Deze
commissies bestaan ofwel uitsluitend uit gemeenteraadsleden ofwel uit een
combinatie van gemeenteraadsleden met andere belangstellenden en deskun
digen uit de plaatselijke gemeenschap. De inschakeling van deze laatste
personen oefent ook een gunstige invloed uit op de behandeling van de ver
schillende problemen, de afstand tussen bestuurders en bestuurden wordt
erdoor bekort, terwijl in de gemeenschap beter begrip ontstaat over de be
sluiten van het gemeentebestuur.
Eind 1958 bestonden de navolgende gemeentelijke commissies:
A. raadscommissies van voorbereiding: commissie van financien.
B. raadscommissies van bijstand: commissie strafverordeningen; commissie
marktwezen; commissie belastingen.
C. een raadscommissie ad hoe voor openbare werken.
D. gemengde gemeentelijke adviescommissies: sociaal-culturele commissie;
commissie voor sport- en speel-
gelegenheden; jeugdadviescom
missie; commissie voor het
plaatselijk studiefonds; woning
adviescommissie.
E. wettelijk voorgeschreven gemeentelijke commissies:
woonruimtecommissie; huurcom-
missie; commissie tot wering
van schoolv^" im; commissie
voor de g,s w.r. voor hand- en
hoofdarbeiders