I
De heer Duijnstee acht de aan deze ambtenaar toegedachte functie
ook dikwijls representatief. In verband daarmede vindt hij de voor
gestelde salarisschaal te laag, terwijl er ook rekening mede moet
worden ehouden, dat de werkzaamheden, die deze man te verrichten
krijgt niet steeds binnen het raam van een 48-urige werkweek zullen
kunnen vallen.
De voorzitter antwoordt, dat rekening gehouden moet worden met
vergelijkbare functies. Overigens zal het ambtenarenreglement op
deze man van toepassing zijn, dus ook de daarin geregelde overwerk
vergoeding.
De heer C. Luijkx vreest, dat door de voorgestelde tarievenver-
ho^-ing verschillende thans bestaande clubs uit elkaar zullen vallen.
Wethouder Pijs geeft hierop een overzicht van de gang van zaken
over de afgelopen jaren. Een vereniging huurde een bepaalde baan,
waarvan dan niemand anders gebruik mocht maken, zodat deze banen
dan vaak 2/3 speeldag onbespeeld bleven. Door de voorgestelde rege
ling wordt dit voorkomen.
De heer Duijnstee blijft toch bij zijn standpunt, dat door de
tarievenverhoging deze tak van sport voor veel mensen te kostbaar
zal worden.
De voorzitter stelt voor om te besluiten conform voorstel en het
dan eens een seizoen aan te zien. Het eerste jaar wordt van deze ver
hoging nog niet veel verwacht. Mocht bovendien uit de speciale voor
lichtingsavond met clubs en spelers, die burgemeester en wethouders
van plan zijn te organiseren, blijken, dat op een andere wijze een
aantrekkelijker oplossing kan worden verkregen, dan kan de raad nog
altijd weer op dit besluit terugkomen.
Op voorstel van de secretaris, dat door burgemeester en wethouders
wordt overgenomen, wordt het concept-besluit aangevuld met een ta
rief van 800,voor een volledige baan, met uitzondering van de
maandagmorgen, de dinsdagmorgen en -middag, de woensdagmorgen en
-middag, de donderdagmorgen, de vrijdagmorgen en -middag en de zater
dagmorgen. In dit voorstel is een belangrijke reductie gelegen.
Zowel de heren Duijnstee als Braat verklaren zicht thans accoord
met deze regeling, waarna blijkt, dat de gehele raad dit gevoelen
deelt en zonder hoofdelijke stemming wordt overgegaan tot vaststel
ling van het gewijzigde concept-besluit.
21. De voorzitter deelt mede, dat geen vragen van raadsleden bij hem
voor de vastgestelde datum zijn ingediend.
22. Behandeling van eventuele andere schriftelijk of mondeling ge
stelde vragen van raadsleden, voorzover de raad hiertoe verlof ver
leent (Artikel 32 Reglement van Orde).
Ma daartoe verkregen verlof van de raad richt de heer Duijnstee
zich met de volgende interpellatie tot de voorzitter:
"Mijnheer de voorzitter, U en de andere raadsleden zullen zeer zeker
de verslagen in de pers hebben gelezen over raadsvergaderingen in na
burige gemeenten, vooral waar dit betreft het feit, dat in deze
affaire voor overplaatsing van de waterleidingmaatschappij naar Brede
stemde
Als ik goed ben ingelicht bent U in deze materie persoonlijk,
stemgerechtigd en het zij dus verre van mij zelfs de schijn te willen
wekken, dat ik U hiervoor een so.ort van verantwoording zou willen
vragen.