9
80
In 19^-5 bedroeg het aantal 279; in 19^6: yik\
in 19^7: 322 en in 19^8: 338.
Regelmatig wordt de toeloop naar de school dus
jaarlijks groeter, zodat het nieuwe klaslokaal ook
in de toekomst zeker nodig zal blijken.
De heer va.n Reiienn verklaart niet helemaal over
tuigd te zijn door hetgeen de voorzitter heeft
medegedeeld. Haar sprekers mening is geen rekening
gehouden met de mogelijkheid dat een tweede parochie,
dus ook een tweede school zal komen.
Verder meent hij, dat, wannoor door uitbreiding van
het leerlingental nieuwe lokalen en nieuwe leekrachter
nodig kunnen zijn. Maar hier wordt gevraagd om een
klasselokaal voor handenarbeid,hetwelk toch niet
als gewoon klasselokaal kan worden gebzigd.
net advies van de inspecteur spreekt weliswaar
over de wenselijkheid van dit nieuwe lokaal, maar
toont de noodzakelijkheid daarvan niet aan.
Daa^yrare een nader advies van de onderwijs
deskundige af te wachten, en het verzoek voor wat
betreft het lokaal voor handenarbeid af te wijzen.
Het schoolbestuur kan van deze beslissing in beroep
gaan. Bij deze procedure wordt dan vanzelf de
aandacht gevestigd op de noodzakelijkheid ener
tweede school te Etten, die eerst kan komen na
êtichting ener tweede parochie. Hiermede wordt
mogelijk breikt dat enige spoed betracht metdt met
de plannen voor deze tweede parochie.
De heer Aalbcrs vraagt wanneer deze tweede parochie
zal komen, alsmede de nieuwe school. Naar zijn
mening kan dit nog wel jaren duren. Tot zolang
kan het aangevraagde lokaal worden gebruikt.
Hem is bekend dat voor de ^ttense jeugd geen
voldoende lokalen voor ontspanning aanwezig zijn.
Wanneer schoollokalen door een tweede onderwijs
inrichting overbodig worden, kunnen deze dan als
ontw^fefeBingi lokalen worden gebezigd.
De heer C.Luiikx zou deze kwestie ook aan willen wende
om de aandacht te vestigen op de noodzakelijkheid
der tweede parochie.
Ook de heer van Steen is het eens met de voorstellers
tot verwerping van het verzoek om een nieuw lokaal
en wil eveneens een actie voor een spoedige ver-
wezelijk der parochie en tweede-school plannen uit
lokken.
De heer Pijs zegt thansutn andere kijk op deze
kwestie te hebben gekregen da^ tijdens de vergadering
der commissie voor de financien. Zijn aanvankelijke
gedachte was, dat het vanzelfsprekemd was dat het
verzoek werd ingewilligd. Hij is thans echter tot
andere inzichten gekomen. Ook hij is van mening,
dat bij weigering van het verzoek en het in beroep
gaan, de aandacht vöp de noodzakelijkheid der tweede
parochie wordt gevestigd en deze kwestie kan be
spoedigen.
De Voorzitter is van mening dat de noodzakelijkheid
van een tweede school niet moet gekopoeld worden
aan de noodzakelijkheid ener tweede parochie.
K-S- 17192 1