80
!)p heer Dresens:Het is toch een vaststaanifeitdat
het hier ten dele bouwgrond betreft,dus dan heeft
het perceel toch een hogere waarde.
VoorzitterDit wordt door ons College ook ndtet ont
kend.Doch wanneer men dit als bouwterrein ten gelde
wil maken, moet men niet meer over ruilen spreken,
hetwelk ten doel heeft de landbouwgrond te behouden.
De heer Pi.is meent ,dat aankoop tegen getaxeerde
waarde moet plaats vinden, doch bij ruil i... z.i. het
standpunt van de heer Duijkx niet reëel Dij openbare
verkoop zou echter het waardeverschil als bouwterrein
blijken.
no hPRr Luiiten meent, dat het best tot aankoop kan
worden overgegaan.Als de heer Duijkx bouwterreinwaar-
de vergoed wil hebben kan hij niet tegelijk andere
landbouwgrond vragen.
VJpt.houder Duijkx merkt op, dat goed moet worden over
do ren~ dat de gemeente niet steeds in staat is* andere
landbouwgrond in ruil te geven,hetgeen de beste oplos
sin" ZOU zijn in het algemeen.In tal van voorafgaande
Tevallen is zonder meer de geschatte waarde in geld
uitgekeerd.Het zou onrechtvaardig zijn tegenover deze
revallen thans niet alleen de grond te ruilen-dit is
een oude toezegging van D.en W.-,doch tevens een
meerwaarde als bouwterrein te vergoeden.Hij acht dit
onverantwoord.
.)0 hPPr van Vleuten meent, dat het ieit,dat Duijkx
landbouwgrond terugkrijgt hem in dit geval meer waard
moet zijn dan de opbrengst van zijn grond als bouw-
A.A.V.iiUi.lkx bestrijdt het standpunt van de
vorige sprekers.Hij constateert een misverstand in het
standpunt van B.en 17.Heeds tweejaren geleden is be
sloten tot ruil over te gaan,door schatting zou het
uriisverschil worden vastgesteld en dit prijsverschil
zou aan Duijkx worden uitgekeerd.Hu is de schatting
te'en revallen en daarom wil men het niet meer aanvaar
den De schatters zijn toch deskundigen, dus z.i.dient
det*schattingsrapport te worden aanvaard en ook de
meerwaarde als bouwterrein te worden uitgekeerd,
wof-hnnder Luiikx antwoordt, dat hij geen aanmerking m
aakt op het schattingsrapport, doch dit laat de ruil
buiten beschouwing en stelt onafhankelijk van elkaar
de waarde van beide te ruilen objecten vast,zowel de
cultuur-als de bouwterreinwaarde.Bij ruil komt uitslui
end de cultuurwaarde in aanmerking ,bij aankoop
echter tevens de bouwterreinwaardeDe schatters hebben
hier'echter niets mede te maken,zij voeren zonder meer
1e opdracht van het gemeentebestuur uit
De voorzitter betoogt nog,dat bepaling der waarde als
bouwterrein nimmer bedrijfsschade hierboven mag wor-
den uit?ekeerdwaaruit dus kan worden ai geleid,dat
zodra een terrein als bouwterrein wordt aangemerkt,
'e gevolgen i.v.m.zijn gebruik als landbouwgrond buiter
beschouwing moeten blijven.
heer Dresens merkt op, dat bxj ruiling het^pnjzen-
ureau steeds de te ruilen percelen onafhankelijk van
elkaar waardeert.In dit geval meent hij, dat Duij'kx
oor de ruilaanbcfceding een groot voordeel verkrijgt
en opzichte van anderen.Het uitkeren van bouwterrein-
aarde hier boven op is dan ook helemaal niet meer
erantwoord.